Twee Socialistische politieke partijen
- Socialistische Democratische Bond
- Leider was Ferdinand Domela Nieuwenhuis.
- Sociaal democratische Arbeiders Partij.
- Leider was Pieter Jelles Troelstra.
- Beide partijen gingen met elkaar samenwerken.
Socialisten
- Mensen die vinden dat de overheid iedereen die het moeilijk heeft, moet helpen.
- Uitkeringen voor zieken en ouderen.
- Betere werkomstandigheden
- Niet alleen voor de rijken.
Welke hulp was er dan wel?
- Rijke burgers die geld inzamelde en eten uitdeelde.
- Fabrieksbazen lieten eenvoudige huizen bouwen voor de arbeiders.
- Vereniging van werknemers die zich inzet voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.
Waarom deed de overheid niks?
- Leden betaalden elke maand wat geld.
- De Liberalen waren aan de macht.
- Bij ziekte kreeg je toch wat geld van de vakbond.
- Vakbonden organiseerden stakingen.
- Zij vonden dat de overheid zich zo min mogelijk moest bemoeien.
- Armen moesten zelf uit hun armoede komen.
- Daarom waren er ook geen wetten om de armen te helpen.
Arbeidsomstandigheden in de fabrieken
- Slechte, ongezonde lucht.
- 14 uur per dag, 6 dagen per week werken.
- Geen veiligheids maatregelen.
3.4
de
strijd
van
de arbeiders