Les 2 Begeleidingsplan

Begeleidingsplan

• Persoonsgegevens (naam, leeftijd, nationaliteit)
• Levensgeschiedenis
• Persoonsbeschrijving
• Aandacht en interesses
• Probleemanalyse
• Probleemformulering
• Doelformulering
• Activiteiten
• Evaluatie

Levensgeschiedenis

Aandacht en interesses

• Het is altijd belangrijk om na te gaan wat een persoon heeft meegemaakt in zijn jeugd/verleden.
• Vaak kunnen zaken uit het verleden, problemen uit het heden verklaren.

• kan de cliënt zichzelf vermaken

• heeft de cliënt voorkeur voor bepaalde activiteiten

• hoe zelfstandig is de cliënt bij de uitvoering

• heeft de cliënt begeleiding nodig bij de uitvoering

• heeft de cliënt contact met andere cliënten

• neemt de cliënt zelf initiatief tot contacten met anderen

• onderhoudt de cliënt zelfstandig contacten

• is de cliënt hulpvaardig

Belangrijke items om te bevragen cliënt:

• Gezinssituatie

• School

• Woonplekken

• Dagbesteding/werk

• Ontwikkeling

• Ziektes/ziekenhuisopnames

• Diagnoses

• Relevante/ingrijpende gebeurtenissen

Overzicht

Begeleidingsplan

Voor iedere cliënt wordt er een begeleidingsplan opgesteld.

In een begeleidingsplan staat:

- informatie over de cliënt

- de hulpvragen van de cliënt

- de begeleidingsdoelen

Week 1: Les vervallen i.v.m. studiemiddag

Week 2: Planmatig werken

Week 3: Begeleidingsplan

Week 4: Uitleg opdracht Levensverhaal

Week 5: Werken aan levensverhaal

Week 6: Werken aan levensverhaal

Week 7: Werken aan levensverhaal

Week 8: Tentoonstelling

Week 9: Bufferweek

Verklaring:

- 80% aanwezigheid

- Opdracht Levensverhaal voldaan

- Betrokken en actieve houding

Probleemanalyse

Persoonsbeschrijving

• Wie heeft het probleem?

• Is het probleem oplosbaar?

• Gaat het om een ‘echt’ of ervaren probleem?

• Lichamelijke ontwikkeling
• Psychische ontwikkeling
• Sociaal emotionele ontwikkeling

Voorbeeld

Een meisje van 18 jaar weegt 55 kilo. Ze wil echter veel liever minder dan 45 kilo wegen en doet daar alles aan. Zo eet ze nog nauwelijks en sport zij veel.

Is dit een 'echt' of 'ervaren' probleem?

Psychische ontwikkeling

o ziektebeeld

o welk verstandelijk niveau heeft de cliënt

o IQ

o Concentratievermogen

o Hoe beleeft de cliënt de beperking/ziektebeeld

Lichamelijke ontwikkeling

o is er sprake van een handicap

o hoe is de grove & fijne motoriek

o hoe is de lichamelijke conditie

o hoe functioneren de zintuigen

o hoe kan de cliënt zich verstaanbaar maken

Sociaal emotionele ontwikkeling

Dit is een voorbeeld van een door de cliënt ervaren probleem waar je niet zomaar in kunt meegaan. Je gaat in dit geval het meisje, vanzelfsprekend, niet helpen bij afvallen. Het probleem is wat er precies voor zorgt dat dit meisje zo weinig wil wegen. Dus, je gaat haar helpen bij het oplossen van het onderliggend probleem.

o temperament kenmerken

o uit de cliënt emoties

o hoe is het zelfbeeld

o kan hij omgaan met teleurstellingen/frustraties

o is de cliënt assertief

o sociaal netwerk/omgeving

o wijze van samenwerken met anderen

Planmatig werken

Probleemformulering

PES-formule

P= probleem: wat kan iemand niet

E= etiologie: wat is de oorzaak

S= symptomen: wat zijn de verschijnselen

Voorbeeld

Een meisje van 18 jaar weegt 55 kilo. Ze wil echter veel liever minder dan 45 kilo wegen en doet daar alles aan. Zo eet ze nog nauwelijks en sport zij veel.

P= Probleem

De cliënt is niet in staat om (zelfstandig)......

E= Etiologie

De oorzaak hiervan is...

S= Symptomen

Dit blijkt uit..

(concreet en waarneembaar gedrag)

Begeleidingsplan

Voorbeeld

De cliënt is niet in staat om haar lichaamsgewicht op peil te houden (P).

De oorzaak hiervan is een vermoedelijke eetstoornis (E).

Dit blijkt uit weinig tot niks eten en overmatig sporten (S).

Doelformulering

• De problemen zet je om in doelen (SMART)
• Wat zou een begeleidingsdoel kunnen zijn voor het meisje genoemd in de casus?
• Als je doelen hebt geformuleerd, dan ga je kijken middels welke activiteiten je hieraan gaat werken met de cliënt.

Documentaire: Angelo

Jullie gaan de levensgeschiedenis van Angelo in kaart proberen te brengen.