Jainisme
Karma en verlossing
- Afzetten tegen de Brahmanen.
- De Jina was een strenge asceet.
- strenge opvatting van karma.
- Alle effecten van voorgaande handelingen moeten verdwijnen. Niets doen staat centraal
- positieve handelingen tot gevolg dat verlossing wordt uitgesteld.
- Karma wordt behoorlijk fysiek voorgesteld als een soort fijn stof dat zich in het lichaam op hoopt. Deze stof verontreinigt het lichaam, vandaar dat het verlossing kan tegen gaan.
8 Basisprincipes
1. Geweldloosheid
2. Waarheid spreken
3. Niet stelen
4. Geen bezit
5. Zelfkastijding
6. Ziel is eeuwig
7. Geen schepper
8. Voedselwetten
Jina/ Mahavira
599 B.C- 527 B.C
Karma en verlossing
Tijdgenoot van Boeddha
- Zoon van een koning
- 30 jarigeleeftijd begon religieuze zoektocht.
- Asceet
- Ahimsa
- Verlossend inzicht, alwetendheid.
- Boodschap verkondigen
- Vrijwillige hongerdood.
ziel
- Kern van het leven (Jiva).
- Deze jiva kan in zijn oer toestand onbeperkt zien, kennen en heeft grote kracht en gelukzaligheid.
- Door handelen (karma) is deze ideale toestand verloren gegaan. Het doel van het leven is deze oer zuiverheid weer terug te krijgen.
- Verlossing = het einde van de werkzaamheid van karma en gaat gepaard met alwetendheid .
- Alle gevolgen van alle handelingen zijn uitgewerkt.
- Ascese en meditatie.
- Doel: fijne stof (karma) uit het lichaam.
- Het instromen van nieuw karma moet voorkomen worden door afwezigheid van handelen.
- De zelfkastijding: geen voedsel, meditatie en lange tijd in ongewone lichaamshoudingen staan of zitten.