Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
Deze Unit:
Tegenwoordige tijd: gebeurt NU.
Ik eet nu een appel. = I am eating an apple now.
NIET hetzelfde als to be going to + hele ww:
I am going to go to school. = Ik ben van plan naar school te gaan.
I am going to school. = Ik ga nu naar school. / Ik ben onderweg naar school. (nu bezig)
I am eating an apple.
She is eating an apple.
They are eating an apple.
3 delen:
am / are / is (to be) + hele werkwoord + ing
Ontkenning: am / are / is + NOT + ww. + ing
Vraag: Am / Are / Is + pers. + ww. + ing
Ter vergelijking:
am/are/is + going to + hele ww.
Zie je het verschil?
I walk to school. VS I am walking to school.
Ik loop naar school. (altijd) VS Ik loop nu naar school.
Peter is doing his homework.
Peter is nu met zijn huiswerk bezig.
We are watching TV right now.
We zijn tv aan het kijken.
Laten we dat oefenen!
Vertaal de volgende zinnen naar het Engels, gebruik de Present Continuous.
1. Jane praat nu tegen Tim.
2. Denk je aan (about) me?
3. Wij denken niet aan je.
Antwoorden:
1. Jane is talking to Tim now.
2. Are you thinking about me?
3. We are not thinking about you.
Open your workbooks on page 84.
Keep your textbooks closed.
Read the questions in exercise 1.
I am going to read the intro, you are going to listen.
While you listen, write down the answers to question 1.
Please finish the exercises below for next lesson
(tomorrow, 1st hour):
Let op! Vraag in EN = in EN antwoord geven!