Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
Je wilt aangeven dat iets ALTIJD of VAAK (zo) gaat.
Je kunt daarbij denken aan de GIRAF:
Gewoonte
I
Regelmaat
A
Feit
En kijk naar signaalwoorden als: often, always, never, regularly etc.
Bij bevestigende zinnen (geen vraag, geen not) gebruik je:
het HELE WEKRWOORD
Let op de SHIT-rule! Bij HE / SHE / IT: +(e)s!
Voorbeelden:
I walk every day. / Peter does that every week.
He walks every day. / We often eat fries.
Ontkenningen (met not) (-):
DON'T + HELE WERKWOORD
Let op! Bij HE / SHE / IT: DOESN'T + HELE WW
Vragen (?):
DO + pers. + HELE WERKWOORD
Bij HE / SHE / IT: DOES + pers. + HELE WW
Voorbeelden:
Do you like that? / No, I don't like that.
Does he like that? / No, he doesn't like that.
PRESENT SIMPLE:
Je wilt aangeven dat iets ALTIJD of VAAK (zo) gaat.
+ hele werwoord (+ SHIT-rule)
- don't / doesn't + hele werwoord (geen extra -s!)
? do / does + pers. + werkwoord (geen extra -s!)
Wanneer je meer wilt oefenen kun je naar de bronnen in Itslearning gaan! ;)