Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
Wat is gedrag?
Hoe ontstaat gedrag?
gedrag, prikkels, ritueel gedrag, signalen, communicatie, territorium, baltsgedrag, dreiggedrag.
Prikkels
- inwendig
- uitwendig
Gedrag
Zijn dieren dan vaak egoïstisch?
TIP: wil je meer leren over sociaal gedrag van dieren? Luister dan naar de podcast 'ologies'. Vraag AKU om specifieke afleveringen als je geïnteresseerd bent.
- Baltsgedrag
- Territoriaal gedrag
- Dreiggedrag
Ritueel gedrag ter voorbereiding van een paring.
Het verdedigen van het gebied tegen soortgenoten waarin een of meer dieren van een soort voorkomen.
Vertonen van een agressieve houding om aan te geven wie de baas is.
TOT STAND KOMEN VAN GEDRAG
Signalen = prikkels met informatie voor soortgenoten.
Communicatie = het uitwisselen van signalen.
Ritueel gedrag = gedrag dat bedoeld is om spanning tussen soortgenoten te verminderen
Ritueel gedrag bij dieren berust op het geven van signalen die als sleutelprikkel functioneren.
Leren & maken 1.1, Bestuderen 1.2
LET OP: maak eerst opdracht 12. Die bespreken we aan het einde van de les na.
Welk gedrag bij mensen is aangeboren?
Gedrag ontwikkelt zich door een leerproces.
(Bewust of onbewust)
Gedrag is al bij de geboorte aanwezig, het hoeft niet te worden geleerd.
(Vastgelegd in de genen)
Sleutelprikkel
Supernormale prikkel
NABESPREKEN 1.2
opdracht 13
= Gedrag dat optreedt bij een innerlijk conflict tussen twee tegengestelde gedragssystemen. Vormen van conflictgedrag zijn:
Lees de tekst 'vechten of vluchten' uit 1.3
Overspronggedrag = Gedrag dat niet bij de situatie past.
Ambivalent gedrag = Gedrag dat elementen van twee tegengestelde gedragssystemen afwisselt.
Omgericht gedrag = Gedrag waarbij agressie nog duidelijk te herkennen is, maar deze is gericht op iets anders dan wat de agressie heeft opgeroepen.
Ambivalent gedrag,
Oversprong gedrag of
Omgericht gedrag
Ook wel:
'associatief leren'
Klassieke conditionering = leergedrag waarbij dieren een neutrale prikkel koppelen aan een prikkel die een bepaald gedrag oproept (Pavlov)
Operante conditionering = het leren met behulp van straf of beloning voor het handelen. ER wordt een verband gelegd tussen gedrag en een voor- of nadeel dat dit gedrag oplevert (Skinner, trial-and-error)
bij klassieke conditionering is sprake van passief leergedrag, twee losse prikkels worden met elkaar verbonden; bij operante conditionering gaat het om actief leergedrag, leren door straffen en belonen.
Gewenning = wanneer geleerd wordt om niet langer te reageren op een bepaalde prikkel.
Imiteren = het nadoen van soortgenoten.
Sociaal gedrag = het omgaan met groepsgenoten.
Sociaal gedrag speelt vaak een grote rol bij het leren, ook de rangorde wordt ontdekt.
Opdracht 3 & 11
Dit hoofdstuk gaat top, ik begrijp het goed.
Dit hoofdstuk gaat medium, ik begrijp het een beetje.
Ik begrijp dit hoofdstuk nog niet zo goed.
In je 'expertgroepje'
Eerder klaar? Lees & maak 1.4
Een subjectieve , menselijke benadering van diergedrag.
Het onderzoeken van diergedrag zonder oordeel.
De hond is boos.
De hond gromt en ontbloot zijn tanden.
= de tak van wetenschap die onderzoek doet naar diergedrag.
ONDERZOEKSVRAAG: Wanneer is het voortplantingsseizoen?
METHODE: Observeren, tellen & meten van gedrag. Welke prikkels ontvangt een dier (input), welk gedrag treedt vervolgens op (output)?
Bijvoorbeeld met behulp van een ethogram & protocol.
CONCLUSIE: Alleen objectieve benaderingen.
Dit is een beschrijvend onderzoek.
Wat is het verschil met een experimenteel onderzoek?
STAP 1. Maak een ethogram
STAP 2. Maak een protocol
GEDRAG ANALYSEREN
Gedrag bestaat uit ...
Gedragssystemen, die bestaan uit...
Gedragsketens, die bestaan uit...
Gedragselementen.
Bekijk het filmpje en beschrijf:
- Uit welke elementen de gedragsketen bestaat.
- Bij welk gedragssysteem dit hoort.
- Wat voor type gedrag dit is.
https://www.lessonup.com/app/lesson/ddbpFRrirhB72H57S/xLmqEoXbRSLBv8E6j
Gewenning = wanneer geleerd wordt om niet langer te reageren op een bepaalde prikkel.
Imiteren = het nadoen van soortgenoten.
Oefening = het regelmatig herhalen van gedrag.
Inprenting = Een vorm van leren in de gevoelige periode (= een periode waarin een organisme gevoelig is om bepaald gedrag te leren)
Een vorm van leren in de gevoelige periode
Normen = gedragsregels
Waarden = dingen die belangrijk worden gevonden (binnen een cultuur)
Welke waarde(n) worden in dit filmpje niet nageleefd?
Welke norm(en) worden in dit filmpje niet nageleerd?
NABESPREKEN: 6 & 12
Lees & maak 'manieren om te versieren' op pagina 35 - 37
Klaar? Doe de examentraining op pagina 40 - 42.
Maak daarbij ook de 'trainingsopgaven' deze helpen je om de examenvragen te maken en jezelf een goede structuur aan te leren bij het maken van examenopdrachten.