Introducing 

Prezi AI.

Your new presentation assistant.

Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.

Loading content…
Loading…
Transcript

aujourd'hui

écoutez

MARDI

le programme

- le mot du jour

- controle leerwerk

- herhalen: kloktijden (ex. 7-8)

- luisteren: ex. 9

- samen werken aan: ex. 14 en 15

- huiswerk:

maken opdr. 16a en 16b leren: appr. 6 en 7

le MOT du JOUR:

elle est allé

zij is gegaan

het rijtje van être:

je suis

tu es

il est

nous sommes

vous êtes

ils sont

#2Tb

toetsweek 2

leestoets

- 3 teksten

- vooral meerkeuzevragen

- enkele open vragen

herhalen FA-NE:

unité 2

appr. 1-2-5-6-9

unité 3

appr. 1-2-5-9

Vergeet je woordenboek niet!

Je kunt niet lenen op school!

il - elle

elle s'appelle Loes.

J'ai une soeur,

vrouwelijk => elle

mannelijk => il

J'ai un frère,

il s'appelle Koen.

il - elle

Regarde la maison,

est très grande.

elle

Kijk eens naar het huis, het (zij) is erg groot.

est très beau.

il

Regarde le sac,

Kijk eens naar de tas, hij is erg groot.

Au travail!

zelfstandig maken: exercice 21 t/m 23

klaar? verder werken aan/leren voor weektaak 38

OF werken in le métro of wrts

spreken: appr. 7 en 8 + exercice 24

vocabulaire

appr. 1-2-3

Vertaal in het Nederlands:

1. s'entraîner

2. le but

3. le stade

4. expliquer

5. l'histoire

6. suivre

7. le plat

8. il est midi

9. dix heures et demi

10. dix heures moins le quart

1. trainen

2. het doelpunt

3. het stadion

4. uitleggen

5. (de) geschiedenis

6. volgen

7. het gerecht

8. het is 12 uur 's middags

9. half elf

10. kwart voor 10

DE KLOK (wb 76 : plaatje! )

onthoud de volgende woorden:

et quart

midi

il est

et demie

minuit

heures

moins le quart

vertaal alles letterlijk:

Il est huit heures moins vingt-cinq.

=> 7:35 uur

Het is 8 uur min 25.

Het is kwart over 7.

Il est sept heures et quart.

=> 7 uur en een kwartier

exercice 8 et 9

corrigez et écoutez

exercice 14

faire ensemble

= les devoirs

exercice 15-16

et appr. 6+7

VENDREDI

le programme (vendredi)

- le mot du jour

- uitleg: werkwoord être

- spreken: exercice 32 + 33

- werken aan weektaak 38

le mot du jour:

voisin(e)

buurman, buurvrouw

Spreekvaardigheid: exercice 32+33

gebruik apprendre 7 en 8 TB 91-92

- schrijf niet alles op

- maak wel aantekeningen in je schrift

(steekwoorden, geen hele zinnen!)

- ruil van rol

- luister goed naar elkaar en help elkaar

être

zijn

Noteer in je schrift de vertaling van de vetgedrukte woorden:

! Elk werkwoord leer je in een rijtje.

1. Tu es en classe 4ième D?

2. Non, je suis en 4ième C.

3. C'est une copine?

4. Oui, elle est ma voisine.

5. Et il est mon voisin.

! Er is een vaste volgorde:

ik je

jij tu

hij/zij/men/het il/elle/on/ce (c')

APPRENDRE

Contact Information

How can people reach you?

Customize the Design

Create your own layout and change colors

Customize the Design

Create your own layout and change colors

Customize the Design

Learn more about creating dynamic, engaging presentations with Prezi