Introducing 

Prezi AI.

Your new presentation assistant.

Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.

Loading…
Transcript

soortvorming

soort

organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Hardy-Weinberg evenwicht

een definitie met haken en ogen

biobits evolutie

NL filmpjes

Bacteriën planten zich voort met deling.

2

1

leerdoelen

Die Darwin weer hoor!

Deze twee soorten kraaien planten zich meestal niet met elkaar voort. Soms overlappen de leefgebieden en ontstaan er hybrides.

4VWO

Bedenk per plaatje wat het lastig maakt te bepalen of organismen tot dezelfde soort behoren.

Geen mutaties

Random bevruchting

Geen selectie

Geen ‘gene flow’

Grote, stabiele populatie

Deze 'happy face spider' (Therridion grallator) heeft veel verschillende verschijningsvormen.

verschillende meningen over de evolutietheorie herkennen

invloed van selectie op soorten beschrijven

je kunt uitleggen wat het verschil is tussen allopatrische en sympatrische soortvorming

en seksuele en kunstmatige selectie

Geografische isolatie: The love story

4

3

ontstaat door

Biologische factoren die voorkomen dat twee leden van dezelfde soort vruchtbare nakomelingen krijgen.

Storm...

Nageslacht van hybride zwak/steriel

Reproductieve isolatie

Prezygotische barrières

Postzygotische barrières

p2 +2pq + q2 = 1

p + q = 1

Oorsprong van het leven

Levensvatbaarheid

Vruchtbaarheid

Nageslacht steriel

Habitat

Tijd

Gedrag

Mechanisch

Wat versta jíj onder evolutie?

Verminderde vruchtbaarheid van hybride

Uit elkaar groeien...

Schrijf dat voor jezelf op in een aantal zinnen.

stappenplan opgaves

founder effect

mutatie natuurlijke selectie verandering in genfrequenties

een klein aantal individuen van een soort wordt afgezonderd

allelfrequenties zijn niet representatief voor oorspronkelijke populatie

Rekenvoorbeeld

Allelfrequentie

Hereniging

R = rood pigment

W = geen rood pigment

RW = een beetje rood pigment

Er zijn 500 individuen.

Hoeveel p-allelen zijn er?

Hoeveel q-allelen zijn er?

Hoeveel witte bloemen verwacht je?

Hoeveel roze bloemen verwacht je?

Hoeveel rode bloemen verwacht je?

b = allel voor blauwe ogen

B = allel voor bruine ogen

Bb x bb

Verminderde levensvatbaarheid van hybride

bepaal homozygoot recessieven

bereken q door

bereken p = 1 - q

aantal recessieven

totaal

allelfrequentie B = 25%

b = 75%

Isolatie door gedrag

Mechanische isolatie

Isolatie door tijd

fenotype frequentie Blauw = 50%

Bruin = 50%

Wat weten we nu?

Voorbeeld

Wat is natuurlijke selectie

Noteer de gegevens en controleer met behulp van H-W vergelijking.

Miljoen mensen waarbij 9% blauwe ogen (bb).

q2 = bb = 9%

q = wortel van 0,09 = 0,3

q = 30%

Wat is een populatie?

frequentie van bruin allel?

p + q = 1 = 100% 100 – 30 = p = 70%

9% blauwe ogen (homozygoot recessief)

91% heeft bruine ogen

49% is homozygoot dominant

42% heterozygoot

p + q = 1

70% + 30% = 100%

p2 + 2 pq + q2 = 1

49% + 42% + 9% = 100%

Wat is er nodig voor evolutie?

Hoeveel mensen krijgen bruine ogen?

100% – 9% = 91% 1.000.000 * 0.91 = 910.000 mensen

Variatie

Erfelijkheid

Selectie

Tijd

Hoeveel mensen zullen homozygoot bruin zijn?

BB = p2 = 0,7 * 0,7 = 0,49 = 49%

Evolutie

termen die je moet kennen en toepassen

evolutie onderzocht

fossielen

LEERDOELEN

de individuen met de allelen die het meest gunstig zijn, overleven en krijgen nakomelingen

je kent de generatio spontanea theorie

je kunt endosymbiose beschrijven

je kunt een cladogram aflezen

generatio spontanea

dateren met fossielen

dateren met elementen

natuurlijke selectie

selectiedruk

fitness

het ene allel is gunstiger dan het andere; er zal evolutie plaatsvinden

cladogram

fitness wordt bepaald door het aantal nakomelingen

1) vergelijk hoeveelheid C14 in de atmosfeer met die in fossiel

2) constateer bijvoorbeeld dat een fossiel nog maar de helft van de hoeveelheid C14 in de atmosfeer heeft

3) conclusie is dat het dier rond de 5730 jaar oud is omdat de helft van de radioactieve koolstof ontbreekt en het ongeveer 5730 jaar duurt voordat de helft van C14 tot stikstof terug vervalt.

2) constateer dat er nog maar een kwart van C14 aanwezig is

3) conclusie is dan dat het dier al 11.460 jaar dood is.

Dit kan gemeten worden tot tien keer de halfwaardetijd.

Vanaf dan is de hoeveelheid C14 te weinig om te kunnen meten.

Recent

endosymbiose theorie

wat zou deze manier van dateren kunnen beïnvloeden?

Verleden

Learn more about creating dynamic, engaging presentations with Prezi