Kruisiging
- Jezus kreeg veel volgers.
- Joodse Priesters voelden zich bedreigd.
- Beschuldigen hem van opstandigheid tegen de Romeinen.
- Romeinen arresteren en kruisigen hem.
Jezus noemde zich zoon van god: christus.
Verspreiding
- 249 n.Chr.: Romeinen verbieden christendom.
- 313 n.Chr.: Godsdienstvrijheid
Meer aanhangers
- 380 n.Chr.:Romeinse staatsgodsdienst.
- Het christendom begon als een sekte van het jodendom:
een aparte groep binnen een godsdienst met andere ideeën.
- Steeds meer mensen bekeerden zich tot christen:
- Iedereen kon christen worden.
Leefregels
- Tenach: het heilige boek van de joden
- Bijbel: Het heilig boek voor de christenen
- Kritiek op Joodse priesters.
- Populair bij:
- Armen
- Vrouwen
- Slaven
Joodse verlosser
- Joden hoopten op een verlosser die het volk zou helpen en bevrijden: de messias.
- Jezus van Nazareth trok rond door Judea met zijn boodschap:
De dood van Jezus
- Was het begin van het christendom
- Jezus was gestorven om de mensen te verlossen van hun zonden:
- Slechte dingen die je hebt gedaan.
- Als je zondig was : naar de hel.
- Als je volgens de leefregels leefde: naar de hemel.
2.5
De
Opkomst
van het
christendom
Opstand van de Joden
- 63 v.Chr. Judea provincie van Rome.
- Joden waren niet blij met de Romeinen.
Gevolgen
- Joden vluchten
- Andere joden werden verspreid over het Romeinse Rijk: diaspora.
1.Romeinse gouverneurs lieten Joden meer belasting betalen.
2.Gouverneurs staken geld in eigen zak.
3.Joden moesten Romeinse goden vereren.
De Opstand
- Begon in 66 n.Chr.
- 10.000 Romeinse soldaten.
- Duurde 4 jaar.
- Jeruzalem vernietigd.
- Joodse heilige tempel verwoest.
- Joden vermoord.
- Als slaaf verkocht.
- Kostbare spullen ingenomen.