Stoffen (nask)

Verwarmen van een zuivere stof

verwarmen van een mengsel

Celsius en Kelvin

Kelvin komt niet onder de 0!

Bij een mengsel blijft de temperatuur van de fase overgang niet constant

Faseovergangen

smelten en stollen gebeuren bij dezelfde temperatuur

koken en condenseren gebeurt bij dezelfde temperatuur

Het smeltpunt of kookpunt zijn ook stofeigenschappen, je kunt hierdoor bepalen welke stof het is.

Zuivere stoffen en mengsels

Reacties waarbij beginstoffen veranderen en waarbij nieuwe stoffen worden gevormd noem je een scheikundige of chemische reactie

Bij een bij een oplossing lost een vaste stof op in een vloeistof!

Zuivere stof: bevat maar één soort molecuul (water)

Mengsel: bevat meerdere moleculen (brons bevat koper en tin)

Oplossing: een helder mengsel van een vloeistof en een andere stof; die andere stof kan een vaste stof, een vloeistof of een gas zijn.

Suspensie: een troebele vloeistof waarin kleine korreltjes van een vaste stof zweven. De kleine korreltjes gaan later naar beneden.

Emulsie: een troebele vloeistof waarin kleine druppels van een andere vloeistof zweven. Een emulgator zorgt dat dit mengsel blijft bestaan. Bij mayonaise is dit bijvoorbeeld het eigeel, want water en olie mengt niet.

Moleculen als bouwstenen

capillaire werking: samenspel van cohesie en adhesie

Molecuulvoorstelling:

1. Er zijn veel soorten moleculen

2. Er zit ruimte tussen de moleculen

3. Moleculen bewegen

4. Moleculen trekken elkaar aan

5. Bij hogere temperaturen bewegen moleculen

6. Moleculen zijn heel erg klein

Oplosbaarheid

De aantrekking tussen moleculen van dezelfde soort heet cohesie (bijvoorbeeld bij een waterdruppel).

De aantrekking tussen moleculen van een verschillende soort heet adhesie (bijvoorbeeld een waterdruppel die aan de kraan blijft hangen).

verzadigd= maximale oplosbaarheid, er kan niks meer bij, bijvoorbeeld bij zout blijft de zout op de bodem liggen.

zwembad= 300cm lang, 8dm diep, 1m breed

1dm3= 1 liter

verzadigde zout= 32 gram

hoeveel gram verzadigd zout past er in het zwembad?

1. alles naar dm omrekenen

2. lengte x breedte x hoogte=

3. antwoord in liters x 32= max oplosbaarheid in een zwembad

Stoffen herkennen

(zeer) licht ontvalmbaar

(zeer) vergiftig

explosief

bijtend (corrosief)

irriterend of schadelijk

oxiderend (brandbevorderend)

Stofeigenschappen zijn eigenschappen die specifiek voor dat materiaal zijn. Deze eigenschappen kun je herkennen aan de kleur, geur en smaak. Elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen.

Vaste stof: eigen volume en eigen vorm

Vloeistof: eigen volume maar geen eigen vorm

Gas: geen vaste vorm en geen eigen volume

S

L

G

• Een vaste vorm heb je wanneer je de soort stof op de tafel legt en als het elkaar blijft.
• Als je de soort stof samen kunt drukken heeft het een eigen volume.

Als je water in suiker doet is water het oplosmiddel, want door water lost suiker op.

Stoffen (nask)