Loading…
Transcript

Digitale tijdbalk

kunstgeschiedenis

De stromingen:

- Renaissance (1400-1530)

- Barok (1600-1725)

- Rococo (1700-1775)

- Romantiek (1800-1840)

- Realisme (1840-1880)

- Impressionisme (1870-1905)

- Jugendstil (1890-1910)

- Expressionisme (1905-1920)

- Kubisme (1907-1914)

- Surrealisme (1924-1982)

- De Stijl (1917-1931)

- Pop-Art (1955-1970)

Renaissance

1400-1530

1400-1530

Drie kenmerken:

- Individualisme

- Realisme in de beeldende kunst

- Wedergeboorte van de klassieke oudheid

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Michelangelo Buonarroti:

De schepping van Adem

- Rafaël (Raffaello Sanzio da Urbino):

Virgen de julguero

Madonna del cardellino

Barok

1600-1725

1600-1725

Drie kenmerken:

- Extreem realisme

- Sterke licht/donker contrasten

- Veel emotie (op gezichten)

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Rembrandt van Rijn:

De Nachtwacht

- Peter Paul Rubens

Kruisafneming

Rococo

1700-1775

1700-1775

Drie kenmerken:

- Zachte pastelkleuren

- Sierlijk

- Lichtvoetige stijl

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Jean-Antoine Watteau:

Een pelgrimstocht naar het eiland Cythera

- Jean-Honore Fragonard:

De schommel

Romantiek

1800-1840

1800-1840

Drie kenmerken:

- Verbeeldingskracht

- Het gevoel kent de waarheid

- Geloof in een betere wereld

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Eugène Delacroix:

De Vrijheid leidt het volk

- Caspar David Friedrich:

De wandelaar boven de nevelen

Realisme

1840-1880

1840-1880

Drie kenmerken:

- Realistische kunst

- De wereld uit beelden, zoals hij was en niet mooier maken dan de werkelijkheid

- Sombere kleuren

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Jean Francois Millet:

Gleaners

- Gustave Courbe:

Un enterrement à Ornans

Impressionisme

1870-1905

1870-1905

Drie kenmerken:

- Schilderijen geven een korte indruk of een momentopname weer

- Onderwerpen hebben geen probleemstelling of boodschap

- Het werk lijkt snel gemaakt, door het verf die ruw en dik op het doek zit

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Vincent van Gogh:

Sterrennacht

- Paul Gauguin:

Mahana no atua

Jugendstil

1890-1910

1890-1910

Drie kenmerken:

- Golvende in elkaar overlopende lijnen

- Pastelkleurig

- Gebruiksvoorwerpen glaskunst, keramiek, sieraden, meubels

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Alfons Mucha:

Maude Adam als Jeanne D'arc

- Gustav Klimt:

de kus

Expressionisme

1905-1920

1905-1920

Drie kenmerken:

- felle en onnatuurlijke kleuren

- grillige beelden

- van uit het gevoel

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Edvard Munch:

De Schreeuw

- Wassily Kandinsky:

kruisende lijnen

Kubisme

1907-1914

1907-1914

Drie kenmerken:

- alle vormen worden teruggebracht tot hoekige kubusachtige basisvormen

- het schilderij is een plat vlak, dat bedekt is met vormen, lijnen en kleuren

- verschillende standpunten in één beeld

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Pablo Picasso:

The Accordionist

- Georges Braque:

Port en Normandie

Surrealisme

1924-1982

1924-1982

Drie kenmerken:

- Raadselachtige combinaties van voorwerpen

- Alledaagse voorwerpen worden op een niet alledaagse manier met elkaar verbonden

- Er wordt nauwkeurig en gedetailleerd gewerkt

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Salvador Dali:

Gezicht van Mae West

- Marcel Duchamp:

fontein

De Stijl

1917-1931

1917-1931

Drie kenmerken:

- Rechte lijnen en hoeken

- De drie primaire kleuren (rood, geel, blauw) aangevuld met de drie ‘niet-kleuren’ (zwart, wit grijs)

- Op weg naar de waarheid en zuiverheid

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Theo van Doesburg:

Compositie XVII

- Piet Mondriaan:

Victory Boogie Woogie

Pop-Art

1955-1970

1955-1970

Drie kenmerken:

- Populaire kunst

- Strips

- Gebruiksvoorwerpen

Twee kunstenaars + bekendste kunstwerk:

- Andy Warhol:

Marilyn

- Roy Lichtenstein:

In the car