Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
Ook bij koolstofverbindingen is er sprake van triviale naamgeving. In figuur 5.13 staan enkele triviale namen die nog steeds veel gebruikt worden. Zie ook BINAS 66A.
In koolstofverbindingen komen, naast waterstofatomen, vaak ook zuurstof-, stikstof- en halogeenatomen (F, Cl, Br, I) voor. Natuurlijk moet er voor dergelijke verbindingen ook systematische namen beschikbaar zijn. Een belangrijk deel van de naam wordt bepaald door de karakteristieke groep.
Je komt vaak de term gechloreerde koolwaterstoffen tegen. Dit zijn koolwaterstoffen waarin meestal enkele H-atomen zijn vervangen door Cl-atomen, zie figuur 5.14.
Sommige van deze verbindingen, zoals pcb en dioxine, zijn (zeer) schadelijk. Bij andere, bijvoorbeeld 1,1,1-trichloorethaan, valt dat nog mee.
"Een karakteristieke groep is een onderdeel van een molecuul dat niet voorkomt in moleculen van koolwaterstoffen.
Dus: een enkel atoom (bijvoorbeeld een halogeenatoom, maar geen H) of een atoomgroep met minimaal één atoom dat anders is dan een C- of H-atoom."
Overigens noem je elk atoom of een atoomgroep die een waterstofatoom in een koolwaterstof kan vervangen, een substituent.
In figuur 5.12 in je boek staat een aantal karakteristieke groepen en voorbeelden van moleculen waarin ze voorkomen.
benzenol
ethanol
4-amino-2-butanol
4-aminobutaanzuur
3-hydroxybutaanzuur
In onderstaande tabel is de volgorde van belangrijkheid van de meest voorkomende karakteristieke groepen en hun naamgeving samengevat.