AVRI

AVRI

LAAGHANGEND FRUIT

Naast deze onderwerpen zijn er meerdere punten die in de verdere uitwerking van het traject IBOR 2.0 ter sprake komen. Ook zijn er administratieve vereenvoudigen doorgevoerd die geen behandeling in het MT behoeven.

Financiele aanpassingen:

Financieel laaghangend fruit

3. Het schrijven van uren voor tractie past niet bij het uitgangspunt “indirecte kosten volgen loonkosten”. Daarnaast werd de informatie door IBOR niet gebruikt en verlicht het de administratieve last. Invoering: per 2020.

1. Voor IBOR-gemeenten salariskosten en indirecte kosten op basis van begrootte verhoudingen afrekenen, ténzij er grote, onevenredige verschillen tussen gemeenten dreigen te ontstaan.

2. Vanaf de begroting 2021 eén uurtarief voor buitendienst IBOR te hanteren voor een eerlijkere kostenverdeling per gemeente.

3. Het administreren van uren voor tractie van IBOR per direct te stoppen.

4. Wanneer bij ontvangst van facturen blijkt dat verplichtingen niet goed zijn aangemaakt, wordt door de financiële administratie de leidinggevende ingelicht.

1. Dit brengt rust in de realisatie richting de IBOR gemeenten, waardoor discussie op inhoud gevoerd kan worden in plaats van (verschuiving van) kosten. Ook wordt het opstellen van P&C-documenten minder tijdrovend voor de binnendienst.

Bij de start van een nieuwe begrotingscyclus wordt de verdeling gemotiveerd aangepast.

Het schrijven van uren wordt dus niet meer 1-op-1 financieel vertaald, maar wordt gebruikt voor sturing en inzicht. Invoering per 2020.

Inleiding

De P&C-cyclus voor de IBOR gemeenten (die in grote delen nog niet synchroon loopt met de GR-P&C-cyclus) vergt veel tijd van de afdeling IBOR én financiën. Hiervoor zijn enkele sessies onder de noemer ‘laaghangend fruit’. Het doel was om meer rust in de P&C-cyclus én alle verantwoording er omheen te bewerkstelligen. De belangrijkste punten worden ter vaststelling aan het MT aangeboden.

In opdracht van de manager IBOR hebben we in een werkgroep nagedacht over laaghangend financieel fruit

4. Dit is binnen IBOR kort geleden gestart en dit blijkt te werken om het correct gebruik van de verplichtingenadministratie verder te verbeteren. Door dit Avri breed in te voeren is de verwachting dat er meer grip op budgetten en verplichtingen komt.

2. Door het uurtarief te uniformiseren verdwijnt het onderscheid in kosten tussen de diensten, waar nu nog enkele diensten relatief goedkoop zijn omdat er voornamelijk SW-ers op worden ingezet.

In de werkbegrotingen 2020 is reeds het verschil tussen de ‘reguliere’ buitendienst-medewerkers en de P-wetters verdwenen. Invoering per begroting 2021.