Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
1. Something has started in the past and is still going on.
So, present and past! (Past present)
My brother has lived in Italy since last February.
Mijn broer woont sinds februari in Italië.
2. Something happened in the past but its result is important now.
The result is the most important part!
when is not important!!
She has passed her driving test.
Ze heeft haar rijbewijs gehaald.
3. When you talk about an experience (ervaring).
The time is not important!
I have never been to Dubai.
Ik ben nog nooit in Dubai geweest.
Form: verb + ed
Use: action in the past,
that has already ended
when is important!
Yesterday, I watched the new Prison Break episode.
Gisteren heb ik de nieuwe afevering van Prison Break gekeken.
- form
- use
- translations in Dutch
have / has + past participle (voltooid deelwoord)
infinitive + ed / 3rd row (irregular verbs)
3. When you ask how much someome has done / how often they have done something.
The time is not important!
He has written three books.
Hij heeft 3 boeken geschreven.
She has been to London six times.
Zij is 6 keer naar Londen geweest.
Voltooid tegenwoordige tijd
Vorig jaar heb ik in een musical opgetreden.
Present perfect
Last year I have performed in a musical.
past simple
Last year I performed in a musical.
verleden tijd
link tussen verleden + heden
hele ww + ed
have / has + voltooid deelw.
(of 2e rijtje)
(ww + ed / 3e rijtje)
Afgesloten actie
in het verleden
(=klaar!).
De tijd waarop
het plaatsvindt is
beangrijk!!
1. De actie is nu nog bezig.
2. Een ervaring (tijd is
onbelangrijk).
3. De actie is voorbij, maar
het resultaat is nu nog
belangrijk.
4. Een hoeveelheid.