- Je maakt opdracht 28 t/m 30 (blz. 198 t/m 201)
- Tijdens het werken ben je stil en hinder je niemand.
- Je blijft op je plaats.
- Klaar? Haal een werkblad bij de docent.
Voorbeeld van een betoog
Het betoog
In deze les Nederlands
Het betoog in het kort
- Voorkennis: wat is een betogende tekst?
- Herhaling (kort): betogende tekst
- Doen: opdracht 28 t/m 30 (bladzijde 198 en 199)
- Afsluiten: wel of niet-spel
- Een tekst waarin iemand zijn mening geeft.
- De schrijver geeft argumenten (redenen) voor zijn mening.
- subjectief
- betogen van journalisten (opiniestukken)
- betogen (brieven) van lezers (ingezonden stukken)
- recensie
Doelen:
- Je kunt aan het einde van de les een betoog herkennen en uitleggen wat een betoog is.
Voorkennis: het betoog (3 min.)
Zelfstandig aan de slag!
- Je krijgt een A4'tje.
- Schrijf op wat een betoog is.
- Schrijf op hoe een betoog kan voorkomen.
- Vouw je A4'tje dubbel en lever het blad in bij je docent.
Welles of nietes