Arm en opgesloten
- Mannelijke bedelaars en criminelen werden opgepakt en in het 'rasphuis' gestopt.
- Als straf moest men hout tot zaagsel raspen
- Vrouwelijke bedelaars en criminelen gingen naar het 'spinhuis'.
- Daar moesten zij draad spinnen uit wol en katoen.
Armenzorg
- Werd je ziek of had je geen werk, was je afhankelijk van armenzorg.
Waar kon je terecht?
Graan
- Graan kwam uit het Oostzeegebied.
- Als de oogst slecht was, stegen de broodprijzen.
- De Overheid betaalde dan een deel van het graan.
- Hierdoor daalde de broodprijzen.
- Dit deed de overheid om te helpen en om onrust te voorkomen.
Niet iedereen was rijk
Regenten
kooplieden, notarissen en advocaten
1.5
Arm
in
de
Gouden
Eeuw
ambachtslieden, winkeliers
en boeren
Landarbeiders, armen, zwervers en bedelaars