- Limes = grens.
Langs de grens forten.
Uitbreiden tot Huizen, markten handelaren.
Steden: Utecht Nijmegen.
Duitsland: Germania
Frankrijk, België limburg: Gallië.
Gebieden die de Romeinen veroverden werden provincies.
- Mochten hun eigen cultuur houden
maar moesten:
- stukken grond leveren
- soldaten.
En namen ook geleidelijk de cultuur over
- trouwen
- machtige postitie.
Grote verschillen tussen arm en rijk.
Rijk: villa met veel grond op het platteland.
Alleen voor politiek of zaken naar Rome.
Arm: Proletariërs.
Brood en Spelen.