Introducing 

Prezi AI.

Your new presentation assistant.

Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.

Loading…
Transcript

hoge koorts

hoofdpijn

nekstijfheid

spierpijn

nausea

braken

anorexie

fotofobie

duizeligheid

sufheid

slecht drinken

bomberende fontanel

convulsies.

fenomeen van „luierpijn waargenomen:

zuigelingen huilen bij het verluieren, vooral bij het optillen van de beentjes.

Peuters en kleuters vertonen vaak wel de typische nekstijfheid en rugstijfheid. Ze kunnen hun

kin dan niet naar het borstbeen brengen. Ze willen vaak enkel rechtop zitten en steunen dan op

hun handen achter de rest van het lichaam.

Bij oudere kinderen en jongvolwassenen is er meestal een karakteristiek verloop aanwezig.

Mazelen

zeer besmettelijke

acute virale infectieziekte

typische huiduitslag.

Symptomen:

algemene malaise

koorts (tot >39°C)

conjunctivitis

verkoudheid / hoesten.

zwelling van de lymfeklieren

Koplik spots: kleine witte of blauwwitte vlekjes op een erythemateuze basis op het mondslijmvlies.

gegeneraliseerde, erythemateuze, maculopapuleuze rash. Deze begint achter de oren, bij de

haargrens en verspreidt zich dan in 3 dagen via gezicht, nek en romp naar de extremiteiten.

De huiduitslag verbleekt na enkele dagen volgens hetzelfde patroon, soms treedt schilfering

van de huid op.

De ziekte duurt ongeveer twee weken.

Verwikkelingen:

 otitis media

 diarree

 pneumonie

 laryngitis / tracheïtis / bronchitis

 acute encefalitis

 overlijden (meestal door pneumonie)

Incubatieperiode:

10 tot 14 dagen

Ziekteverwekker:

Mazelenvirus (RNA-virus).

Reservoir: De mens is het enige reservoir.

Transmissie:

door: druppelinfectie via neus- en keelholte;

direct contact

minder frequent via besmette voorwerpen of oppervlakken of aerogeen door verspreiding van virus via de lucht over grotere afstand buiten de mens (wel

beperkte overleving (2u), bv. in een wachtkamer).

Besmettelijke periode

Een 4 dagen vóór tot 4 dagen na huiduitslag.

Opmerking: immuungecompromitteerden kunnen het virus uitscheiden via de luchtwegen

gedurende de hele ziekteperiode.

Immuniteit:

Levenslang na infectie.

Een zuigeling (6-9 maanden na de geboorte) door maternele antistoffen (korter door vaccinatie dan ziekte)

Preventie

Vaccinatie

immunoglobulines binnen 6 dagen na blootstelling zou

ziekte kunnen voorkomen of de ernst ervan beïnvloeden (discussie)

Bijkomende hygiënemaatregelen

goede hoest-, snuit- en nieshygiëne / goede handhygiëne

Veiligheid

Hygiëne

Vertrouwen

Alert zijn

GSM bereikbaar

(ouders, noodhulp)

Voorzichtig zijn met toedienen

van medicatie

Bof

Persoonlijk hygiëne: nagels (schoon, kort en zonder nagellak)

Geen juwelen

Haar, baard en snor kunnen een bron zijn van micro-organismen

Aangepaste kledij (korte mouwen)

Handhygiëne

Handschoenen

Principes van asepsie

Difterie

Difterie

Medicatie toedienen

2 x controleren:

juiste medicatie

vervaldatum

juiste wijze van toedienen

juiste dosis

Positie van het kind voor toedienen van medicatie

bacteriële infectie/ bovenste luchtwegen.

kan ook voorkomen t.h.v. huid

Ziektebeeld:

subklinisch

maligne difterie: snel dodelijke afloop.

Meestal: enkele dagen malaise, keelklachten en pijn bij

het slikken, matige temperatuurverhoging (38°C),

misselijkheid en braken.

Algemene maatregelen

Difterie

Impetigo (krentenbaar)

Hoest-, nies- en snuithygiëne

Observatie van het kind !!!

(zeer belangrijk om de verandering

te kunnen merken)

Algemene toestand

Kleur

Actief

Irritabiliteit /Apatie

Difterie

Gebruik steeds een papieren zakdoek voor mond en neus, die na gebruik meteen in de vuilnisbak wordt gegooid.

Draai het hoofd weg van anderen of nies in de elleboog indien niet tijdig een zakdoek kan genomen worden.

Snuit tijdig de neus, zorg ervoor dat kinderen (zeker kleuters) tijdig de neus snuiten om verspreiding van snottebellen via speelgoed e.d. te voorkomen.

Was nadien steeds de handen met water en zeep.

Ziekteverwekker:

Corynebacterium diphteriae

(niet zo heel besmettelijk)

overdracht:

direct contact met de neus-/keelholte

(zoenen) / wondexsudaat.

druppelinfectie: hoesten of niezen

Impetigo (krentenbaar)

Heel besmettelijk virale infectieziekte

Overdracht gebeurt door druppelinfectie vanuit neus- en keelholte (hoesten, niezen).

Overdracht via asymptomatische patiënten is mogelijk. Dragerschap is niet beschreven.

Symptomen

-koorts en parotitis: ontsteking van de oorspeekselklier(en) /oorpijn

-bovenste luchtweginfectie zonder parotitis (40-50%)

Verwikkelingen: epididymo)orchitis, oöforitis, meningitis, doofheid,

andere: pancreatitis, thyroïditis, artritis, myocarditis, mastitis, glomerulonefritis,

cerebellaire ataxie, transverse myelitis

Incubatieperiode

2 tot 3 weken (maximaal 25 dagen)

Besmettelijke periode

1 week voor en na het begin van de ziektesymptomen.

-Incubatieperiode: 7-10 dagen (spreiding van 2-33 dagen)

Complicaties: Acute glomerulonefritis een drietal weken

na de huidinfectie.

-Ziekteverwekker: -Staphylococcus aureus (bij 20-30% van de bevolking voor onder de

vorm van neusdragerschap)

-groep A-streptokokkeninfectie ( soms asymptomatisch dragerschap.

neus, keelholte (15% v/d bevolking), huid, perineum, vagina

-Ook menging infecties van beide kiemen zijn mogelijk.

-Frequenter bij: - kinderen dan bij volwassenen

- warm weer

- verminderde algemene en persoonlijke hygiëne

Elke kind is anders

Elke gehandicapte kind is meer “anders”

Specifieke gewoontes

Specifieke zorgen

Hoe word het kind best getrost

Wat mag niet gedaan worden

Ziektebeeld:

-bacteriële infectie van de huid.

-erythemateuze vlek

-kleine vesikels

-vesikels seropurulent.

-pustels barsten open

-gelige korst

Ziekteverwekkers:

Staphylococcus aureus

groep A beta-hemolytische streptokokken

Verwikkelingen:

luchtwegobstructie

pneumonie

Respiratoire insufficiëntie

myocarditis

Neuritis

verlamming van het week verhemelte en de achterste farynxwand

Slikstoornissen

verlamming van oogspieren

Spierzwakte in de extremiteiten kan enkele maanden aanhouden.

De totale mortaliteit bedraagt ongeveer 5-10

Hoe omgaan met bloed en andere lichaamsvochten

(vb. urine, braaksel,stoelgang)?

Difterie / Behandeling

Impetigo (krentenbaar)

Draag niet-steriele wegwerphandschoenen bij contact met bloed of andere lichaamsvochten.

Verwijder het bloed e.d. met een of meer papieren wegwerpdoekjes.

Gooi handschoenen en wegwerpdoekjes in de vuilnisbak.

Trek nieuwe wegwerphandschoenen aan.

Reinig en droog het oppervlak/voorwerp.

Ontsmet het oppervlak/voorwerp met alcohol 70% (< 0,5m²) en laat aan de lucht drogen.

Gebruik een chlooroplossing voor desinfectie van grotere oppervlakken.

Gooi handschoenen weg. Gooi ook schoonmaakmaterialen weg of was ze op 60 °C.

Was de handen met water en zeep.

Bevuild textiel wordt gewassen op 60 °C.

Ook tijdens wondverzorging of bij verzorging van een neusbloeding is aan te raden steeds wegwerphandschoenen te dragen.

Gastro-enteritis

Immuniteit

Waarschijnlijk levenslang na infectie.

Na mazelen-bof-rubella (MBR)-vaccinaties: niet levenslang.

Behandeling: symptomatisch

Belang benadrukken van goede

hoest-, snuit- en nieshygiëne. Zie voorbeeldbrieven.

Reservoir

-Staphylococcus aureus: De mens

honden en katten, zijn eerder zeldzaam reservoir.

-Groep A-streptokokken: De mens is het enige reservoir.

Dieren: geen reservoir, maar zorgen voor de verspreiding van de bacterie

-Transmissie:

-direct contact (besmette handen)

-Impetigo is zeer besmettelijk (vocht uit de vesikels en pustels bevatten een groot aantal bacteriën)

-Chronisch dragerschap is het minst besmettelijk en leidt voornamelijk tot endogene infecties

- Stafylokokken en streptokokken koloniseren de huid, maar invaderen de intacte huid niet

Impetigo (krentenbaar)

antitoxine (difterieantiserum).

antibiotica

vaccinatie (na volledig herstel zo niet gevaccineerd)

Bij contacten: antitoxine niet nodig

Bijkomende hygiënemaatregelen:

goede handhygiëne

hoest-, snuit- en nieshygiëne.

Desinfectie van oppervlakken, voorwerpen en speelgoed .

Besmettelijke periode:

-zolang er vesikels of pustels aanwezig zijn, ingedroogd: niet meer besmettelijk

-24-48 u. na adequate behandeling met antibiotica: niet meer besmettelijk.

- chronisch drager: minst besmettelijk, maar blijft besmettelijk

Immuniteit: geen immuniteit voor impetigo.

Behandeling: AB (lokale / systemisch)

Preventie: geen vaccins beschikbaar.

Goede handhygiëne is van cruciaal belang om verspreiding tegen te gaan.

Desinfectie van alles wat in aanraking komt met purulente secreties.

Kleding dagelijks wassen.

Speelgoed dat in de mond gestoken wordt : goed schoon gemaaken !

Calicivirusinfecties

Campylobacteriose

Escherichia coli-infecties

Entamoeba histolytica-infecties

Giardiasis

Rotavirusinfecties

Salmonellose

Shigellose

Yersiniose

Voedselintoxicaties

Gastroenteritis

HIV-infectie

Ziekten

Etiologie: divers

Ziektebeeld: variabel.

Symptomen:

nausea

braken

en/of niet-bloederige diarree

hoge koorts

hevige buikkrampen

uitdroging

overlijden (belangrijke doodsoorzaak jonge kinderen)

Verwikkelingen:

reactieve artritis

Sepsis

toxisch megacolon

hemolytisch uremisch syndroom (HUS).

Kinkhoest / pertussis

Communicatie

RSV (respiratory syncytial virus)

Voldoende tijd voor de communicatie

HIV

Gastroenteritis

virale infectie / hiv-virus (human immunodeficiency virus)

 (acquired immunodeficiency syndrome)

Kan leiden tot ernstige ziektebeelden.

drie stadia: 1) acuut retroviraal syndroom

2) latente infectie

3) aids

Overgedragen:

via voedsel

van mens tot mens

Reservoir:

mens

verschillende diersoorten

Transmissie: feco-oraal.

via de handen

via oro-anaal (seksueel contact)

via een besmet dier (let op voor huisdieren en dieren op een kinderboerderij)

Via besmette oppervlakken

Via inname van voedsel

via fecaal verontreinigd water (bv. oesters en andere schelpdieren of

zwemmen in gecontamineerd water)

via inname besmet voedsel of melk afkomstig van dieren die drager zijn

(het betreft vaak kippenvlees of eieren, rundvlees of varkensvlees)

Voldoende informatie te verzamelen over de huidige situatie (ziekte van het kind)

Schriftelijke communicatie vragen over toedienen van medicamenten

RSV (respiratory syncytial virus)

.

ontsteking van de fijne luchtwegen

gewone verkoudheid.

 zuurstoftekort

RSV-infecties komen voornamelijk voor van de late herfst tot de vroege lente

Symptomen:

-gewone verkoudheid

-gaat meestal over na 3 tot 7 dagen

-kan binnen 24 uur verergeren  ziekenhuis opname noodzakelijk

-moeilijke of snelle ademhaling

-piepende ademhaling

-onrustig en snel geïrriteerd

-geen of weinig eetlust.

Hoe vroeger symptomen  hoe slechter de prognose.

vroege diagnose + anti-retrovirale behandeling  zelden symptomen van hiv-infectie.

Reservoir: mens (enige reservoir)

Transmissie

via besmette bloedproducten

genitale secreties

transplantatieweefsel

moedermelk

Elk contact van de beschadigde huid of van intacte

slijmvliezen met besmette lichaamsvochten kan

besmetting veroorzaken

transmissie via speeksel, tranen, stoelgang of urine is

niet mogelijk.

Besmetting:

via druppeltjes in de lucht

(hoesten, niezen of praten contact met besmette omgevingsoppervlakken)

nauw contact met een besmette persoon

RSV-infectie is zeer besmettelijk.

Het virus kan meerdere uren overleven buiten de mens,

op voorwerpen (speelgoed) of op ongewassen handen.

Duidelijke communicatie met ouders

(voor, tijdens en na het zorg interval)

Algemene hygiënemaatregelen ter preventie van feco-orale overdracht

.

-acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

- van milde hoest tot ernstige ziekte.

-drie stadia:

1) Het catarraal stadium (1-2 weken) : verkoudheidachtig ziektebeeld

algemene malaise

progressief/ harde/ droge prikkelhoest

2) Het paroxysmaal stadium ( 2 weken of langer):

hevige hoestbuien

braken en uitputting,

ademhalingsproblemen,

cyanose

heldere, taaie slijmen

apneu-aanvallen.

3) Het reconvalescentie stadium (verschillende weken)

hoesten kan soms tot maanden aanhouden.

progressief herstel

verdwijnen van hoestbuien  losse hoest.

De totale duur van de hele ziekte episode: 6 tot 10 weken

Acuut retroviraal syndroom: Enkele weken na de hiv-infectie

- tweetal weken acuut mononucleose-achtig ziektebeeld

-algemene malaise, vermoeidheid, myalgie, lymfadenopathie, keelpijn, pijn achter de ogen en perifere

neuropathie.

Latente infectie: jarenlang besmet zijn met het hiv-virus zonder klachten

-soms : vermoeidheid, gegeneraliseerde lymfadenopathie

Aids: cellulaire immunosuppressie

• opportunistische infecties, zoals candida oesofagitis, tuberculose, Pneumocystis

carinii- pneumonie, herpes simplexvirus-infecties, humaan herpesvirus-8

• neurologische ziektebeelden: perifere neuropathie, hiv-encefalopathie;

• kwaadaardige tumoren: cervixcarcinoom, lymfomen.

Giardasis

Algemene informatie zoeken over

belangrijke antecedenten van het kind

bvb allergieën :

voeding

medicamenten

Preventie:

geen vaccin beschikbaar

veilig vrijen

Vermijden van contact met besmette bloedproducten, donormaterialen en patiëntensecreties.

Reizigers moeten goed geïnformeerd worden.

Mensen uit risicogroepen: gemakkelijk mogelijk toegang tot counseling en hiv-testing

vrouwen met kinderwens of zwangere vrouwen testen

Bij hiv-positieve zwangere vrouwen:

. antiretrovirale behandeling bij de zwangere vrouw

. keizersnede vóór start van de arbeid

. ontraden van borstvoeding en antiretrovirale profylaxe bij de pasgeborene.

Bij gekend seksueel misbruik van een kind: testen op hiv-infectie, onmiddellijk, na 6 weken, na 3 maanden en na 6 maanden).

.

Kinkhoest / pertussis

• Goede handhygiëne

• Goede toilethygiëne

.Bij bepaalde infecties (E. coli-infecties, shigellose, giardiase):

Afgeraden te gaan zwemmen tijdens episode van diarree ongeacht de verwekker

(vooral bij niet zindelijk)

HIV

Algemene complicaties

Besmettelijke periode

via hun lichaamsvochten (bloedproducten, genitale

secreties, transplantatieweefsel, moedermelk) levenslang overdragen.

Besmetting mogelijk vanaf het begin van infectie tot in het aids-stadium

Immuniteit

geen immuniteit na infectie

Behandeling

geen genezende behandeling.

antiretrovirale middelen om de replicatie van het virus te remmen.

antimicrobiële profylaxe om opportunistische infecties te voorkomen.

De behandelingsprincipes bij kinderen zijn dezelfde als bij volwassenen.

Giardiasis

RSV (respiratory syncytial virus)

Gastroenteritis/behandeling

Verzorging en aanpaak:

-goede algemene hygiëne

-zeer goede handhygiëne.

-Tijdens de eerste levensmaanden:

handen wassen vooraleer baby aanraken

baby weg van al wie verkouden is of koorts heef

Was en ontsmet speelgoed regelmatig.

-antistoffen (Palivizumab) tegen RSV tijdens de wintermaanden voor risicokinderen

Transmissie: -via vochtdruppeltjes in de lucht (hoesten, niezen)

-via de handen

-direct contact met neus- en keelslijm (snot)

Bij kinderen:

gegeneraliseerde lymfadenopathie

Hepatosplenomegalie

Groeistoornissen

ontwikkelingsstoornissen

Pneumocystis carinii-pneumonie

lymfocytaire interstitiële pneumonie

orale candidiasis

parotitis

diarree

hepatitis

cardiomyopathie

Neuropathie

recidiverende bacteriële infecties.

Complicaties door paroxysmen (druk)

Incubatieperiode: 1 tot 4 weken.

Ziekteverwekker: Giardia lamblia (eencellige parasiet)

Trofozoïeten: gevormd in de gastheer, pathogeen zijn ter hoogte van duodenum en jejunum.

Cysten: overlevingsvorm; zorgen voor transmissie.

Reservoir

mens (belangrijkste reservoir)

Honden, katten, varkens, schapen, kalveren, muizen

Transmissie

feco-oraal

Besmettelijke periode

besmettelijk zolang er cysten worden uitgescheiden. De duur varieert van enkele weken

tot enkele maanden.

Ook asymptomatische dragers zijn besmettelijk.

voorkómen en behandelen van vocht /elektrolytenverlies

Soms antibiotica

Preventie

Vaccinatie: rotavirusinfecties, hepatitis A en buiktyfus.

parasitaire infectie

zeer uiteenlopend ziektebeeld.

Asymptomatische / symptomatische:

-van milde ziekte met zelflimiterende waterige diarree

- tot maandenlange, aanslepende ziekte: steatorree, flatulentie, abdominale opzetting, buikkrampen en anorexie

Chronisch verloop bij tot 40% van de geïnfecteerden.

bij jonge kinderen kan een chronische ziekte gepaard gaan met:

-vetmalabsorptie

-gewichtsverlies

-groeiachterstand

-lactasedeficiëntie

Zeldzame verwikkelingen: reactieve artritis en urticaria.

Immuundeficiënties (hiv-infectie, hypogammaglobulinemie

5 sleutels van de wereldgezondheidsorganisatie

Veilige omgang met voedingsmiddelen

Giardiasis /behandeling

Kinkhoest / pertussis /Immuniteit

otitis media

anorexie

gewichtsverlies

dehydratatie

longontsteking

atelectase

zuurstoftekort

convulsies

encefalopathie

overlijden.

1. Houd alles proper;

2. Scheid rauw en gekookt /verhit voedsel;

3. Verhit het voedsel voldoende;

4. Bewaar voedsel op een veilige temperatuur

Laat bereide gerechten niet langer dan 2 uur op kamertemperatuur

Plaats bereide en bederfbare etenswaren snel in de koelkast

Warme gerechten moeten op een temperatuur boven 65°C gehouden worden

Bewaar bereide gerechten niet langer dan 2 dagen in de koelkast of 3

maanden in de diepvries.

Ontdooi etenswaren in de koelkast, niet op kamertemperatuur.

5. Gebruik veilig water en veilige rauwe voedingsmiddelen.

• Handen wassen na contact met dieren

(huisdieren, dieren op een kinderboerderij, ed).

-voorkómen

-behandelen van vocht- en elektrolytenverlies

-antiparasitaire: tinidazol of metronidazol.

-parasitologisch onderzoek aangewezen na behandeling bij aanhoudende diarree

(lactosa intolerantie ?)

Preventie: geen vaccin beschikbaar.

-Algemene hygiënemaatregelen ter preventie van feco-orale overdracht

-preventie van overdracht van ziekten via voedsel

- Ziekte doormaken: geen levenslange immuniteit (hoelang deze bescherming exact aanhoudt) ??

-Geen maternele antistoffen  zuigeling niet beschermd vanaf de geboorte

-Vaccinatie geeft een goede /tijdelijk bescherming: 4 tot 12 jaar na vaccinatie

Kennis van overdraagwegen van microorganismen laat toe een correcte keuze voor juiste maatregelen om hun verspreiden te voorkomen

Hepatitis A

Kinkhoest

Overdraagwegen

Vijfde ziekte

Virale infectie / ontsteking van de lever

Ziektebeeld:

Asymptomatisch

mild symptomatisch (1 à 2 weken )

ernstige ziekte (maanden )

fulminante hepatitis met dodelijke afloop.

Infectie

Hepatitis A / Symptomen

Endogene infectie:

flora van de persoon (medische handeling)

Exogene infectie: bron buiten de persoon en wordt overdragen door:

Contact

Druppels

In de lucht gesuspendeerde microdeeltjes

-Behandeling: antibiotica.

Preventie:

Kinkhoestvaccins

baby’s

kinderen, adolescenten

ouders met kinderwensen

cocoonvaccinatie (personen die in contact komen met jongezuigelingen).

Bijkomende hygiënemaatregelen: -goede hoest-snuit- en

-goede handhygiëne

Druppels

Hepatitis A / immuniteit

- Viraal infectie

-kinderen tussen 4 en 10 jaar

-gaat vanzelf over.

-late winter of de vroege lente.

-levenslang beschermd

-De vijfde ziekte kan verward worden met andere vlekjesziekten

Symptomen:

-lichte koorts en jeuk

-rode wangen

-rozerode vlekjes

-kantvormige huiduitslag op ledematen (symmetrisch voorkomend)

-Na +/- 10 dagen is de uitslag verdwenen

Druppels: via hoesten, niezen, spreken

(niet overgedragen worden bij afstand groter dan 1 m)

In de lucht gesuspendeerde microdeeltjes: Vaste residuen van gedroogde druppels of stof, afkomstig van huid, textiel of planten

(de lucht kan besmettelijk blijven in afwezigheid van de zieke bv tuberculose, mazelen, varicella)

grieperig beeld (algemene malaise)

Vermoeidheid

Koorts

Anorexie

Nausea

abdominale ongemakken

pijn in het rechterhypochonder

Icterus

donker urine

ontkleurde stoelgang

Jeuk

diarree.

Tijdens herstel periode: moeheid, lusteloosheid, intolerantie voor vetten, alcohol en tabak.

Contact:

Vijfde ziekte

Besmetting:

via druppeltjes in de lucht bij hoesten en niezen.

besmettelijk 1 week voordat de vlekjes verschijnen.

Zodra je de uitslag ziet, is het niet meer besmettelijk

Verzorging en aanpak:

-Vrouwen in de eerste helft van de zwangerschap: risico op een miskraam /doodgeboren kind

Direct contact: huid of slijmvliezen van zorgverlener direct de huid

of slijmvliezen van het kind aanraakt

Indirect contact: via handen, een voorwerp of oppervlak

hepatitis A-infectie: levenslange bescherming

Maternele antistoffen: tot de leeftijd van 12 à 15 maanden.

Vaccinatie: langdurige bescherming (levenslange bescherming)

Behandeling: Symptomatisch

Preventie:

-Algemene hygiënemaatregelen

-Vaccinatie vanaf de leeftijd van 1 jaar. Een tweede dosis is voorzien 6 tot

12 maanden na een eerste dosis

-hepatitis A-virus kan gedurende weken overleven op oppervlakken.

-speelgoed dat in de mond gestoken wordt moet goed schoon gemaakt worden (warm water en zeep).

-oppervlakken met bloed of excreties (alcohol 70% of chlooroplossing)

-Verontreinigde kleding, handdoeken en bedlinnen: best gewassen op 80°.

.

Zesde ziekte

Hepatitis A

Incubatieperiode:

2 tot 7 weken met een gemiddelde van 4 weken.

Ziekteverwekker

Hepatitis A-virus (HAV): één serotype van het HAV, maar er zijn verschillende stammenReservoir

Mens: enige reservoir

Transmissie:

-komt via het bloed in de lever terecht waar het zich vermenigvuldigt.

-wordt het via de gal in de stoelgang uitgescheiden (feco-oraal)

Besmettelijke periode:

-via de feces uitgescheiden vanaf twee weken vóór het ontstaan van de klachten

tot een week na het optreden van de klachten

.

Zesde ziekte

Besmetting:

-door druppeltjes in de lucht, bij hoesten en praten.

-De zesde ziekte is besmettelijk zodra de koorts opkomt /

totdat de vlekjes helemaal weg zijn

Verzorging en aanpak:

-voldoende drinken bij hoge koorts

-Kleed het niet te warm aan. Het moet de warmte van de koorts kwijtraken.

-voldoende rust. / mag op een rustige manier buiten spelen.

-Viraal infectie

-huiduitslag

-koorts

-gaat vanzelf over.

-Ze komt alleen voor bij kinderen tussen 6 maanden en 3 jaar

-kan verward worden met andere vlekjesziekten

Symptomen:

Plotse hoge koorts (tot 40 °C). Na 3 tot 5 dagen daalt de koorts snel.

Lichtrode vlekjes in het gezicht, in de nek en later op de romp.

De vlekjes verschijnen pas als de koorts stopt.

geen jeuk

Opgezwollen klieren in de hals en achter de oren.

Soms braken en uitzonderlijk stuipen o.w.v. hoge koorts.

Algemene symptomen

Koorts

Moeheid

Geen eetlust

Irritabiliteit

Bleekheid

Somnolentie

Koorts

Is het kind te warm aangekleed? Kleren aanpassen

Kamer temperatuur controleren: te warm? Aanpassen

38°c indicatie om medicatie tegen koorts te geven.

Siroop beter dan supositoire. Siroop: beter aanpassing van de dosis afhankelijk van gewicht.

Diarree

Dyspnoe kortademheid

Koorts

-stuipen gehad o.w.v. hoge koorts ? -->Niet lang wachten om medicatie tegen koorts te geven)

-neurologisch ziekte (cerebraal palsy, mentaal retardatie etc) ? Had waarschijnlijk ooit stuipen gehad ?

-Epilepsie ?

-diarree of braken? Medicatie toedienen via de mond of anaal ?

Kleur van huid en mucosa: bleek of blauw !

Tirage: Huid intrekken tussen/onder de ribben

huid intrekken boven/onder borstbeen

neusvleugels: beweging van de venster van de neus tijdens ademhaling

Persisterende hoest

Irritabiliteit / Uitgeput

Respiratoire frequentie afhankelijk van leeftijd

Noteer aantal

Noteer consistentie en specifieke karakteristieken (kleur, bloed, fluimen, parasieten)

Buikkrampen?

Veel vochtverlies?

zorg voor voldoende drinken, best ORS

controleer dan mond en huid niet droog zijn

let op de voeding

extra zorgen voor luierstrik

Belangrijke symptomen

Pijn

Ernstige symptomen

Overgeven

Kreunen

Extreem bleek of cianoses (blauwe kleur

van huid en mucosen)

Sufheid

Stuipen

Bloeding

Bewusteloosheid

Generaliseerd / Gelokaliseerd

Pijn schatten (afhankelijk van leeftijd)

Spontane klachten / klacht na aanvraag

Kind huilt door

Kind is rustig

ligt in bed / zetel

kind speelt goed

Frequentie van de pijn:

constant of met intervallen

samengaan met andere symptomen ( krampen, nausea, rillingen enz)

Overgeven versus Reflux !

Noteer:

Aantal

Karakteristieken: projectie, nausea, interval met voeding toedienen

Geeft rust aan de maag:

Best wachten na overgeven om drank of voeding aan te bieden

Beginnen met kleine hoeveelheden water (afhankelijk van leeftijd v/h kind)

Let op de positie van het kind tijdens overgeven en geeft steun.

Meningitis

 H. influenzae type b

 meningokokkose

 pneumokokkose

 virale meningitis

Waarom blijft een kind thuis?

Ziek kind thuis

Ziek zijn met een vastgestelde diagnose

Ziek zijn zonder vastgestelde diagnose

Belangrijk besmettelijke ziekten

Acute Ziekte: Infectieziekte

Bacterieel

Viraal

Schimmel

Parasitaire

Bof

Mazelen

Rubella

Varicella(windpokken)

Kinkhoest

Scarlatina (Roodvonk)

Oogziekten

Huidziekten

Gastro-enteritis (Rotavirus, Salmonella, enz)

Difterie

Hepatitis A /B

HIV

Impetigo

Meningitis

Scabiës

Hoofdluize

Chronische Ziekte

Diabetes

Astma

Epilepsie

Mucoviscidosis

Malformaties met specifieke zorgen

Genetische syndromen met specifieke zorgen

Handicapten met specifieke zorgen

Zorgen voor een

ziek kind thuis

Rust na ongeval of operatie

Learn more about creating dynamic, engaging presentations with Prezi