Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
hoge koorts
hoofdpijn
nekstijfheid
spierpijn
nausea
braken
anorexie
fotofobie
duizeligheid
sufheid
slecht drinken
bomberende fontanel
convulsies.
fenomeen van „luierpijn waargenomen:
zuigelingen huilen bij het verluieren, vooral bij het optillen van de beentjes.
Peuters en kleuters vertonen vaak wel de typische nekstijfheid en rugstijfheid. Ze kunnen hun
kin dan niet naar het borstbeen brengen. Ze willen vaak enkel rechtop zitten en steunen dan op
hun handen achter de rest van het lichaam.
Bij oudere kinderen en jongvolwassenen is er meestal een karakteristiek verloop aanwezig.
zeer besmettelijke
acute virale infectieziekte
typische huiduitslag.
Symptomen:
algemene malaise
koorts (tot >39°C)
conjunctivitis
verkoudheid / hoesten.
zwelling van de lymfeklieren
Koplik spots: kleine witte of blauwwitte vlekjes op een erythemateuze basis op het mondslijmvlies.
gegeneraliseerde, erythemateuze, maculopapuleuze rash. Deze begint achter de oren, bij de
haargrens en verspreidt zich dan in 3 dagen via gezicht, nek en romp naar de extremiteiten.
De huiduitslag verbleekt na enkele dagen volgens hetzelfde patroon, soms treedt schilfering
van de huid op.
De ziekte duurt ongeveer twee weken.
Verwikkelingen:
otitis media
diarree
pneumonie
laryngitis / tracheïtis / bronchitis
acute encefalitis
overlijden (meestal door pneumonie)
Incubatieperiode:
10 tot 14 dagen
Ziekteverwekker:
Mazelenvirus (RNA-virus).
Reservoir: De mens is het enige reservoir.
Transmissie:
door: druppelinfectie via neus- en keelholte;
direct contact
minder frequent via besmette voorwerpen of oppervlakken of aerogeen door verspreiding van virus via de lucht over grotere afstand buiten de mens (wel
beperkte overleving (2u), bv. in een wachtkamer).
Besmettelijke periode
Een 4 dagen vóór tot 4 dagen na huiduitslag.
Opmerking: immuungecompromitteerden kunnen het virus uitscheiden via de luchtwegen
gedurende de hele ziekteperiode.
Immuniteit:
Levenslang na infectie.
Een zuigeling (6-9 maanden na de geboorte) door maternele antistoffen (korter door vaccinatie dan ziekte)
Preventie
Vaccinatie
immunoglobulines binnen 6 dagen na blootstelling zou
ziekte kunnen voorkomen of de ernst ervan beïnvloeden (discussie)
Bijkomende hygiënemaatregelen
goede hoest-, snuit- en nieshygiëne / goede handhygiëne
Veiligheid
Hygiëne
Vertrouwen
Alert zijn
GSM bereikbaar
(ouders, noodhulp)
Voorzichtig zijn met toedienen
van medicatie
Persoonlijk hygiëne: nagels (schoon, kort en zonder nagellak)
Geen juwelen
Haar, baard en snor kunnen een bron zijn van micro-organismen
Aangepaste kledij (korte mouwen)
Handhygiëne
Handschoenen
Principes van asepsie
2 x controleren:
juiste medicatie
vervaldatum
juiste wijze van toedienen
juiste dosis
Positie van het kind voor toedienen van medicatie
bacteriële infectie/ bovenste luchtwegen.
kan ook voorkomen t.h.v. huid
Ziektebeeld:
subklinisch
maligne difterie: snel dodelijke afloop.
Meestal: enkele dagen malaise, keelklachten en pijn bij
het slikken, matige temperatuurverhoging (38°C),
misselijkheid en braken.
Observatie van het kind !!!
(zeer belangrijk om de verandering
te kunnen merken)
Algemene toestand
Kleur
Actief
Irritabiliteit /Apatie
Gebruik steeds een papieren zakdoek voor mond en neus, die na gebruik meteen in de vuilnisbak wordt gegooid.
Draai het hoofd weg van anderen of nies in de elleboog indien niet tijdig een zakdoek kan genomen worden.
Snuit tijdig de neus, zorg ervoor dat kinderen (zeker kleuters) tijdig de neus snuiten om verspreiding van snottebellen via speelgoed e.d. te voorkomen.
Was nadien steeds de handen met water en zeep.
Ziekteverwekker:
Corynebacterium diphteriae
(niet zo heel besmettelijk)
overdracht:
direct contact met de neus-/keelholte
(zoenen) / wondexsudaat.
druppelinfectie: hoesten of niezen
Heel besmettelijk virale infectieziekte
Overdracht gebeurt door druppelinfectie vanuit neus- en keelholte (hoesten, niezen).
Overdracht via asymptomatische patiënten is mogelijk. Dragerschap is niet beschreven.
Symptomen
-koorts en parotitis: ontsteking van de oorspeekselklier(en) /oorpijn
-bovenste luchtweginfectie zonder parotitis (40-50%)
Verwikkelingen: epididymo)orchitis, oöforitis, meningitis, doofheid,
andere: pancreatitis, thyroïditis, artritis, myocarditis, mastitis, glomerulonefritis,
cerebellaire ataxie, transverse myelitis
Incubatieperiode
2 tot 3 weken (maximaal 25 dagen)
Besmettelijke periode
1 week voor en na het begin van de ziektesymptomen.
-Incubatieperiode: 7-10 dagen (spreiding van 2-33 dagen)
Complicaties: Acute glomerulonefritis een drietal weken
na de huidinfectie.
-Ziekteverwekker: -Staphylococcus aureus (bij 20-30% van de bevolking voor onder de
vorm van neusdragerschap)
-groep A-streptokokkeninfectie ( soms asymptomatisch dragerschap.
neus, keelholte (15% v/d bevolking), huid, perineum, vagina
-Ook menging infecties van beide kiemen zijn mogelijk.
-Frequenter bij: - kinderen dan bij volwassenen
- warm weer
- verminderde algemene en persoonlijke hygiëne
Elke kind is anders
Elke gehandicapte kind is meer “anders”
Specifieke gewoontes
Specifieke zorgen
Hoe word het kind best getrost
Wat mag niet gedaan worden
Ziektebeeld:
-bacteriële infectie van de huid.
-erythemateuze vlek
-kleine vesikels
-vesikels seropurulent.
-pustels barsten open
-gelige korst
Ziekteverwekkers:
Staphylococcus aureus
groep A beta-hemolytische streptokokken
Verwikkelingen:
luchtwegobstructie
pneumonie
Respiratoire insufficiëntie
myocarditis
Neuritis
verlamming van het week verhemelte en de achterste farynxwand
Slikstoornissen
verlamming van oogspieren
Spierzwakte in de extremiteiten kan enkele maanden aanhouden.
De totale mortaliteit bedraagt ongeveer 5-10
Draag niet-steriele wegwerphandschoenen bij contact met bloed of andere lichaamsvochten.
Verwijder het bloed e.d. met een of meer papieren wegwerpdoekjes.
Gooi handschoenen en wegwerpdoekjes in de vuilnisbak.
Trek nieuwe wegwerphandschoenen aan.
Reinig en droog het oppervlak/voorwerp.
Ontsmet het oppervlak/voorwerp met alcohol 70% (< 0,5m²) en laat aan de lucht drogen.
Gebruik een chlooroplossing voor desinfectie van grotere oppervlakken.
Gooi handschoenen weg. Gooi ook schoonmaakmaterialen weg of was ze op 60 °C.
Was de handen met water en zeep.
Bevuild textiel wordt gewassen op 60 °C.
Ook tijdens wondverzorging of bij verzorging van een neusbloeding is aan te raden steeds wegwerphandschoenen te dragen.
Immuniteit
Waarschijnlijk levenslang na infectie.
Na mazelen-bof-rubella (MBR)-vaccinaties: niet levenslang.
Behandeling: symptomatisch
Belang benadrukken van goede
hoest-, snuit- en nieshygiëne. Zie voorbeeldbrieven.
Reservoir
-Staphylococcus aureus: De mens
honden en katten, zijn eerder zeldzaam reservoir.
-Groep A-streptokokken: De mens is het enige reservoir.
Dieren: geen reservoir, maar zorgen voor de verspreiding van de bacterie
-Transmissie:
-direct contact (besmette handen)
-Impetigo is zeer besmettelijk (vocht uit de vesikels en pustels bevatten een groot aantal bacteriën)
-Chronisch dragerschap is het minst besmettelijk en leidt voornamelijk tot endogene infecties
- Stafylokokken en streptokokken koloniseren de huid, maar invaderen de intacte huid niet
antitoxine (difterieantiserum).
antibiotica
vaccinatie (na volledig herstel zo niet gevaccineerd)
Bij contacten: antitoxine niet nodig
Bijkomende hygiënemaatregelen:
goede handhygiëne
hoest-, snuit- en nieshygiëne.
Desinfectie van oppervlakken, voorwerpen en speelgoed .
Besmettelijke periode:
-zolang er vesikels of pustels aanwezig zijn, ingedroogd: niet meer besmettelijk
-24-48 u. na adequate behandeling met antibiotica: niet meer besmettelijk.
- chronisch drager: minst besmettelijk, maar blijft besmettelijk
Immuniteit: geen immuniteit voor impetigo.
Behandeling: AB (lokale / systemisch)
Preventie: geen vaccins beschikbaar.
Goede handhygiëne is van cruciaal belang om verspreiding tegen te gaan.
Desinfectie van alles wat in aanraking komt met purulente secreties.
Kleding dagelijks wassen.
Speelgoed dat in de mond gestoken wordt : goed schoon gemaaken !
Calicivirusinfecties
Campylobacteriose
Escherichia coli-infecties
Entamoeba histolytica-infecties
Giardiasis
Rotavirusinfecties
Salmonellose
Shigellose
Yersiniose
Voedselintoxicaties
Etiologie: divers
Ziektebeeld: variabel.
Symptomen:
nausea
braken
en/of niet-bloederige diarree
hoge koorts
hevige buikkrampen
uitdroging
overlijden (belangrijke doodsoorzaak jonge kinderen)
Verwikkelingen:
reactieve artritis
Sepsis
toxisch megacolon
hemolytisch uremisch syndroom (HUS).
Voldoende tijd voor de communicatie
virale infectie / hiv-virus (human immunodeficiency virus)
(acquired immunodeficiency syndrome)
Kan leiden tot ernstige ziektebeelden.
drie stadia: 1) acuut retroviraal syndroom
2) latente infectie
3) aids
Overgedragen:
via voedsel
van mens tot mens
Reservoir:
mens
verschillende diersoorten
Transmissie: feco-oraal.
via de handen
via oro-anaal (seksueel contact)
via een besmet dier (let op voor huisdieren en dieren op een kinderboerderij)
Via besmette oppervlakken
Via inname van voedsel
via fecaal verontreinigd water (bv. oesters en andere schelpdieren of
zwemmen in gecontamineerd water)
via inname besmet voedsel of melk afkomstig van dieren die drager zijn
(het betreft vaak kippenvlees of eieren, rundvlees of varkensvlees)
Voldoende informatie te verzamelen over de huidige situatie (ziekte van het kind)
Schriftelijke communicatie vragen over toedienen van medicamenten
.
ontsteking van de fijne luchtwegen
gewone verkoudheid.
zuurstoftekort
RSV-infecties komen voornamelijk voor van de late herfst tot de vroege lente
Symptomen:
-gewone verkoudheid
-gaat meestal over na 3 tot 7 dagen
-kan binnen 24 uur verergeren ziekenhuis opname noodzakelijk
-moeilijke of snelle ademhaling
-piepende ademhaling
-onrustig en snel geïrriteerd
-geen of weinig eetlust.
Hoe vroeger symptomen hoe slechter de prognose.
vroege diagnose + anti-retrovirale behandeling zelden symptomen van hiv-infectie.
Reservoir: mens (enige reservoir)
Transmissie
via besmette bloedproducten
genitale secreties
transplantatieweefsel
moedermelk
Elk contact van de beschadigde huid of van intacte
slijmvliezen met besmette lichaamsvochten kan
besmetting veroorzaken
transmissie via speeksel, tranen, stoelgang of urine is
niet mogelijk.
Besmetting:
via druppeltjes in de lucht
(hoesten, niezen of praten contact met besmette omgevingsoppervlakken)
nauw contact met een besmette persoon
RSV-infectie is zeer besmettelijk.
Het virus kan meerdere uren overleven buiten de mens,
op voorwerpen (speelgoed) of op ongewassen handen.
Duidelijke communicatie met ouders
(voor, tijdens en na het zorg interval)
-acute bacteriële infectie van de luchtwegen.
- van milde hoest tot ernstige ziekte.
-drie stadia:
1) Het catarraal stadium (1-2 weken) : verkoudheidachtig ziektebeeld
algemene malaise
progressief/ harde/ droge prikkelhoest
2) Het paroxysmaal stadium ( 2 weken of langer):
hevige hoestbuien
braken en uitputting,
ademhalingsproblemen,
cyanose
heldere, taaie slijmen
apneu-aanvallen.
3) Het reconvalescentie stadium (verschillende weken)
hoesten kan soms tot maanden aanhouden.
progressief herstel
verdwijnen van hoestbuien losse hoest.
De totale duur van de hele ziekte episode: 6 tot 10 weken
Acuut retroviraal syndroom: Enkele weken na de hiv-infectie
- tweetal weken acuut mononucleose-achtig ziektebeeld
-algemene malaise, vermoeidheid, myalgie, lymfadenopathie, keelpijn, pijn achter de ogen en perifere
neuropathie.
Latente infectie: jarenlang besmet zijn met het hiv-virus zonder klachten
-soms : vermoeidheid, gegeneraliseerde lymfadenopathie
Aids: cellulaire immunosuppressie
• opportunistische infecties, zoals candida oesofagitis, tuberculose, Pneumocystis
carinii- pneumonie, herpes simplexvirus-infecties, humaan herpesvirus-8
• neurologische ziektebeelden: perifere neuropathie, hiv-encefalopathie;
• kwaadaardige tumoren: cervixcarcinoom, lymfomen.
Algemene informatie zoeken over
belangrijke antecedenten van het kind
bvb allergieën :
voeding
medicamenten
Preventie:
geen vaccin beschikbaar
veilig vrijen
Vermijden van contact met besmette bloedproducten, donormaterialen en patiëntensecreties.
Reizigers moeten goed geïnformeerd worden.
Mensen uit risicogroepen: gemakkelijk mogelijk toegang tot counseling en hiv-testing
vrouwen met kinderwens of zwangere vrouwen testen
Bij hiv-positieve zwangere vrouwen:
. antiretrovirale behandeling bij de zwangere vrouw
. keizersnede vóór start van de arbeid
. ontraden van borstvoeding en antiretrovirale profylaxe bij de pasgeborene.
Bij gekend seksueel misbruik van een kind: testen op hiv-infectie, onmiddellijk, na 6 weken, na 3 maanden en na 6 maanden).
.
• Goede handhygiëne
• Goede toilethygiëne
.Bij bepaalde infecties (E. coli-infecties, shigellose, giardiase):
Afgeraden te gaan zwemmen tijdens episode van diarree ongeacht de verwekker
(vooral bij niet zindelijk)
Algemene complicaties
Besmettelijke periode
via hun lichaamsvochten (bloedproducten, genitale
secreties, transplantatieweefsel, moedermelk) levenslang overdragen.
Besmetting mogelijk vanaf het begin van infectie tot in het aids-stadium
Immuniteit
geen immuniteit na infectie
Behandeling
geen genezende behandeling.
antiretrovirale middelen om de replicatie van het virus te remmen.
antimicrobiële profylaxe om opportunistische infecties te voorkomen.
De behandelingsprincipes bij kinderen zijn dezelfde als bij volwassenen.
Verzorging en aanpaak:
-goede algemene hygiëne
-zeer goede handhygiëne.
-Tijdens de eerste levensmaanden:
handen wassen vooraleer baby aanraken
baby weg van al wie verkouden is of koorts heef
Was en ontsmet speelgoed regelmatig.
-antistoffen (Palivizumab) tegen RSV tijdens de wintermaanden voor risicokinderen
Transmissie: -via vochtdruppeltjes in de lucht (hoesten, niezen)
-via de handen
-direct contact met neus- en keelslijm (snot)
Bij kinderen:
gegeneraliseerde lymfadenopathie
Hepatosplenomegalie
Groeistoornissen
ontwikkelingsstoornissen
Pneumocystis carinii-pneumonie
lymfocytaire interstitiële pneumonie
orale candidiasis
parotitis
diarree
hepatitis
cardiomyopathie
Neuropathie
recidiverende bacteriële infecties.
Complicaties door paroxysmen (druk)
Incubatieperiode: 1 tot 4 weken.
Ziekteverwekker: Giardia lamblia (eencellige parasiet)
Trofozoïeten: gevormd in de gastheer, pathogeen zijn ter hoogte van duodenum en jejunum.
Cysten: overlevingsvorm; zorgen voor transmissie.
Reservoir
mens (belangrijkste reservoir)
Honden, katten, varkens, schapen, kalveren, muizen
Transmissie
feco-oraal
Besmettelijke periode
besmettelijk zolang er cysten worden uitgescheiden. De duur varieert van enkele weken
tot enkele maanden.
Ook asymptomatische dragers zijn besmettelijk.
voorkómen en behandelen van vocht /elektrolytenverlies
Soms antibiotica
Preventie
Vaccinatie: rotavirusinfecties, hepatitis A en buiktyfus.
parasitaire infectie
zeer uiteenlopend ziektebeeld.
Asymptomatische / symptomatische:
-van milde ziekte met zelflimiterende waterige diarree
- tot maandenlange, aanslepende ziekte: steatorree, flatulentie, abdominale opzetting, buikkrampen en anorexie
Chronisch verloop bij tot 40% van de geïnfecteerden.
bij jonge kinderen kan een chronische ziekte gepaard gaan met:
-vetmalabsorptie
-gewichtsverlies
-groeiachterstand
-lactasedeficiëntie
Zeldzame verwikkelingen: reactieve artritis en urticaria.
Immuundeficiënties (hiv-infectie, hypogammaglobulinemie
otitis media
anorexie
gewichtsverlies
dehydratatie
longontsteking
atelectase
zuurstoftekort
convulsies
encefalopathie
overlijden.
1. Houd alles proper;
2. Scheid rauw en gekookt /verhit voedsel;
3. Verhit het voedsel voldoende;
4. Bewaar voedsel op een veilige temperatuur
Laat bereide gerechten niet langer dan 2 uur op kamertemperatuur
Plaats bereide en bederfbare etenswaren snel in de koelkast
Warme gerechten moeten op een temperatuur boven 65°C gehouden worden
Bewaar bereide gerechten niet langer dan 2 dagen in de koelkast of 3
maanden in de diepvries.
Ontdooi etenswaren in de koelkast, niet op kamertemperatuur.
5. Gebruik veilig water en veilige rauwe voedingsmiddelen.
• Handen wassen na contact met dieren
(huisdieren, dieren op een kinderboerderij, ed).
-voorkómen
-behandelen van vocht- en elektrolytenverlies
-antiparasitaire: tinidazol of metronidazol.
-parasitologisch onderzoek aangewezen na behandeling bij aanhoudende diarree
(lactosa intolerantie ?)
Preventie: geen vaccin beschikbaar.
-Algemene hygiënemaatregelen ter preventie van feco-orale overdracht
-preventie van overdracht van ziekten via voedsel
- Ziekte doormaken: geen levenslange immuniteit (hoelang deze bescherming exact aanhoudt) ??
-Geen maternele antistoffen zuigeling niet beschermd vanaf de geboorte
-Vaccinatie geeft een goede /tijdelijk bescherming: 4 tot 12 jaar na vaccinatie
Kennis van overdraagwegen van microorganismen laat toe een correcte keuze voor juiste maatregelen om hun verspreiden te voorkomen
Virale infectie / ontsteking van de lever
Ziektebeeld:
Asymptomatisch
mild symptomatisch (1 à 2 weken )
ernstige ziekte (maanden )
fulminante hepatitis met dodelijke afloop.
Endogene infectie:
flora van de persoon (medische handeling)
Exogene infectie: bron buiten de persoon en wordt overdragen door:
Contact
Druppels
In de lucht gesuspendeerde microdeeltjes
-Behandeling: antibiotica.
Preventie:
Kinkhoestvaccins
baby’s
kinderen, adolescenten
ouders met kinderwensen
cocoonvaccinatie (personen die in contact komen met jongezuigelingen).
Bijkomende hygiënemaatregelen: -goede hoest-snuit- en
-goede handhygiëne
- Viraal infectie
-kinderen tussen 4 en 10 jaar
-gaat vanzelf over.
-late winter of de vroege lente.
-levenslang beschermd
-De vijfde ziekte kan verward worden met andere vlekjesziekten
Symptomen:
-lichte koorts en jeuk
-rode wangen
-rozerode vlekjes
-kantvormige huiduitslag op ledematen (symmetrisch voorkomend)
-Na +/- 10 dagen is de uitslag verdwenen
Druppels: via hoesten, niezen, spreken
(niet overgedragen worden bij afstand groter dan 1 m)
In de lucht gesuspendeerde microdeeltjes: Vaste residuen van gedroogde druppels of stof, afkomstig van huid, textiel of planten
(de lucht kan besmettelijk blijven in afwezigheid van de zieke bv tuberculose, mazelen, varicella)
grieperig beeld (algemene malaise)
Vermoeidheid
Koorts
Anorexie
Nausea
abdominale ongemakken
pijn in het rechterhypochonder
Icterus
donker urine
ontkleurde stoelgang
Jeuk
diarree.
Tijdens herstel periode: moeheid, lusteloosheid, intolerantie voor vetten, alcohol en tabak.
Besmetting:
via druppeltjes in de lucht bij hoesten en niezen.
besmettelijk 1 week voordat de vlekjes verschijnen.
Zodra je de uitslag ziet, is het niet meer besmettelijk
Verzorging en aanpak:
-Vrouwen in de eerste helft van de zwangerschap: risico op een miskraam /doodgeboren kind
Direct contact: huid of slijmvliezen van zorgverlener direct de huid
of slijmvliezen van het kind aanraakt
Indirect contact: via handen, een voorwerp of oppervlak
hepatitis A-infectie: levenslange bescherming
Maternele antistoffen: tot de leeftijd van 12 à 15 maanden.
Vaccinatie: langdurige bescherming (levenslange bescherming)
Behandeling: Symptomatisch
Preventie:
-Algemene hygiënemaatregelen
-Vaccinatie vanaf de leeftijd van 1 jaar. Een tweede dosis is voorzien 6 tot
12 maanden na een eerste dosis
-hepatitis A-virus kan gedurende weken overleven op oppervlakken.
-speelgoed dat in de mond gestoken wordt moet goed schoon gemaakt worden (warm water en zeep).
-oppervlakken met bloed of excreties (alcohol 70% of chlooroplossing)
-Verontreinigde kleding, handdoeken en bedlinnen: best gewassen op 80°.
.
Incubatieperiode:
2 tot 7 weken met een gemiddelde van 4 weken.
Ziekteverwekker
Hepatitis A-virus (HAV): één serotype van het HAV, maar er zijn verschillende stammenReservoir
Mens: enige reservoir
Transmissie:
-komt via het bloed in de lever terecht waar het zich vermenigvuldigt.
-wordt het via de gal in de stoelgang uitgescheiden (feco-oraal)
Besmettelijke periode:
-via de feces uitgescheiden vanaf twee weken vóór het ontstaan van de klachten
tot een week na het optreden van de klachten
.
Besmetting:
-door druppeltjes in de lucht, bij hoesten en praten.
-De zesde ziekte is besmettelijk zodra de koorts opkomt /
totdat de vlekjes helemaal weg zijn
Verzorging en aanpak:
-voldoende drinken bij hoge koorts
-Kleed het niet te warm aan. Het moet de warmte van de koorts kwijtraken.
-voldoende rust. / mag op een rustige manier buiten spelen.
-Viraal infectie
-huiduitslag
-koorts
-gaat vanzelf over.
-Ze komt alleen voor bij kinderen tussen 6 maanden en 3 jaar
-kan verward worden met andere vlekjesziekten
Symptomen:
Plotse hoge koorts (tot 40 °C). Na 3 tot 5 dagen daalt de koorts snel.
Lichtrode vlekjes in het gezicht, in de nek en later op de romp.
De vlekjes verschijnen pas als de koorts stopt.
geen jeuk
Opgezwollen klieren in de hals en achter de oren.
Soms braken en uitzonderlijk stuipen o.w.v. hoge koorts.
Algemene symptomen
Koorts
Moeheid
Geen eetlust
Irritabiliteit
Bleekheid
Somnolentie
Is het kind te warm aangekleed? Kleren aanpassen
Kamer temperatuur controleren: te warm? Aanpassen
38°c indicatie om medicatie tegen koorts te geven.
Siroop beter dan supositoire. Siroop: beter aanpassing van de dosis afhankelijk van gewicht.
-stuipen gehad o.w.v. hoge koorts ? -->Niet lang wachten om medicatie tegen koorts te geven)
-neurologisch ziekte (cerebraal palsy, mentaal retardatie etc) ? Had waarschijnlijk ooit stuipen gehad ?
-Epilepsie ?
-diarree of braken? Medicatie toedienen via de mond of anaal ?
Kleur van huid en mucosa: bleek of blauw !
Tirage: Huid intrekken tussen/onder de ribben
huid intrekken boven/onder borstbeen
neusvleugels: beweging van de venster van de neus tijdens ademhaling
Persisterende hoest
Irritabiliteit / Uitgeput
Respiratoire frequentie afhankelijk van leeftijd
Noteer aantal
Noteer consistentie en specifieke karakteristieken (kleur, bloed, fluimen, parasieten)
Buikkrampen?
Veel vochtverlies?
zorg voor voldoende drinken, best ORS
controleer dan mond en huid niet droog zijn
let op de voeding
extra zorgen voor luierstrik
Kreunen
Extreem bleek of cianoses (blauwe kleur
van huid en mucosen)
Sufheid
Stuipen
Bloeding
Bewusteloosheid
Generaliseerd / Gelokaliseerd
Pijn schatten (afhankelijk van leeftijd)
Spontane klachten / klacht na aanvraag
Kind huilt door
Kind is rustig
ligt in bed / zetel
kind speelt goed
Frequentie van de pijn:
constant of met intervallen
samengaan met andere symptomen ( krampen, nausea, rillingen enz)
Overgeven versus Reflux !
Noteer:
Aantal
Karakteristieken: projectie, nausea, interval met voeding toedienen
Geeft rust aan de maag:
Best wachten na overgeven om drank of voeding aan te bieden
Beginnen met kleine hoeveelheden water (afhankelijk van leeftijd v/h kind)
Let op de positie van het kind tijdens overgeven en geeft steun.
H. influenzae type b
meningokokkose
pneumokokkose
virale meningitis
Ziek zijn met een vastgestelde diagnose
Ziek zijn zonder vastgestelde diagnose
Bacterieel
Viraal
Schimmel
Parasitaire
Bof
Mazelen
Rubella
Varicella(windpokken)
Kinkhoest
Scarlatina (Roodvonk)
Oogziekten
Huidziekten
Gastro-enteritis (Rotavirus, Salmonella, enz)
Difterie
Hepatitis A /B
HIV
Impetigo
Meningitis
Scabiës
Hoofdluize
Diabetes
Astma
Epilepsie
Mucoviscidosis
Malformaties met specifieke zorgen
Genetische syndromen met specifieke zorgen
Handicapten met specifieke zorgen