Opdracht 15
Hymne
Ode
Verheven lofzang over een bepaald onderwerp in versvorm. Hymnen kunnen zowel wereldlijk als godsdienstig van aard zijn.
Elegie
Een ode is een lofzang of lofgedicht gewijd aan één persoon of zaak, de kenmerken zijn dat het vaak heel erg lovend over dit onderwerp is en zegt er helemaal geen kwaad over.
Voorbeeld:
Voorbeeld:
- Wilhelmus
In een elegie geeft de dichter uiting aan zijn gevoelens van verlies
b.v bij het verlies van een dierbaar persoon
Hekeldicht
Oh vrienden, niet deze toonaarden!
Maar laat ons aangenamere aanwenden,
en vreugdevollere.
Vreugde! Vreugde!
Vreugde, prachtige, goddelijke vonk
Dochter van het Elysium
Wij betreden, dronken van passie,
hemelse, jouw heiligdom!
Jouw magie herenigt
wat men scheidde
Alle mensen verbroederen,
waar jouw zachte vleugel zich welft
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
Voorbeeld:
Egidius lied
Egidius waer bestu bleven?
Mi lanct na di gheselle mijn;
Du coors die doot du lietse mi tleven. Dat was gheselscap goet ende fijn, het sceen teen moeste ghestrorven zijn.
Een gedicht waarin dwaasheden en misstanden op een scherpe manier onder woorden gebracht worden. Wantoestanden worden gehekeld.
Voorbeeld:
- het stockske van Joan van Oldenbarnevelt
Mijn wens behoede u onverrot,
O STOK en stut, die geen verrader,
Maar ’s vrijdoms stut en Hollands Vader
Gestut hebt op dat wreed schavot;
Toen hij voor ’t bloedig zwaard most knielen,
Veroordeeld, als een Seneca,
Door Nero's haat en ongena,
Tot droefenis der braafste zielen,
Gij zult nog, jaren achtereen,
De uitgank van die Held getuigen,
En hoe Geweld het Recht dorf buigen,
Tot smaad der onderdrukte Steên.
groep V