Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
3-2-2023
Giel van Nugteren, 6188656
= heeft invloed op
= Mens
= Natuur
= Riviermanagement
12de eeuw
19de eeuw
17de en 18de eeuw
20ste en 21ste eeuw
700 tot 850 na Christus
6500 jaar geleden
3000 jaar geleden
Ruimte voor de rivier
Overgang van individuele dijkplicht naar waterschappen
Provinciaal instituut in Holland
20 Buurtschappen
Bomenkap in Duitsland
Nieuwe ideeën over watermanagement
Het uitgraven van uiterwaarden
De afdamming van de Kromme Rijn
Het ontstaan van dorpskernen op dit sediment
Het bouwen van steigers en kribben in de rivier
Toenemende biodiversiteit
Een ondiepere rivier
Overstromingen in 17e en 18e eeuw
De vorming van het landschap door ontginning van moerassen
Zand wordt afgezet in de oude loop van de Rijn
Kleiige afzettingen rondom Wijk bij Duurstede
Een avulsie zorgt er voor dat de Rijn rond 6500 jaar geleden door de Utrechtse stroomgordel gaat lopen. Rond 2500 jaar geleden wordt dit de hoofdloop van de Rijn. Dit is tegenwoordig bekend als de Oude Rijn. Hier zet de rivier veel zand af. Dit sediment wordt later van grote waarde voor de mensen die zich gaan vestigen in Nederland. Het fundament voor hun toekomstige huizen is gelegd!
(Van Dinter et al. 2017)
De Utrechtse stroomgordel is aangegeven met groen. Ook steden die hier later zouden worden gebouwd staan aangegeven op het kaartje.
De oude stroomgordels zijn bepaald door geologisch onderzoek in de vorm van stratigrafie, C14-dateringen en pollenanalyse.
Bron: Van Dinter et al.(2017)
Foto: Pieter Smeets
Het begin van bomenkap in Duitsland rond 3000 jaar geleden zorgt er voor dat sediment niet meer goed bij elkaar gehouden kan worden. Het fijnere Duitse sediment komt in de Rijn terecht en wordt vervolgens afgezet in de Nederlandse delta. De klei die achterblijft aan de oevers van de Rijn en de Lek wordt later afgegraven door de plaatselijke bevolking en gebruikt om bakstenen van te maken. Deze zijn nog steeds te zien in de oude gebouwen van Wijk bij Duurstede.
De kerk in Wijk bij Duurstede is gemaakt van bakstenen die zijn gewonnen uit klei die in de buurt afgezet is.
Bron: Excursie Wijk bij Duurstede
Wijk bij Duurstede is afgeleid van Dorestad!
Toen Wijk bij Duurstede gesticht werd was Doorstad al lang van de kaart verdwenen, maar in het collectieve geheugen bleef Dorestad voortbestaan en later werd de stad vereeuwigd in de naam van het nieuwe Wijk bij Duurstede.
Dorestad ontstond op de plek waar de Rijn splitste in de Lek en de Kromme Rijn een stukje ten Noorden van waar tegenwoordig Wijk bij Duurstede ligt. De voor die tijd flinke stad was een knooppunt van handel. Dit had tot gevolg dat er veel in de rivier gebouwd werd. De aanleg van steigers en kribben zorgde voor een flink toegenomen sedimentatie en een zeer ondiepe Lek. Destijds was dit nog niet zo'n groot probleem aangezien de meeste schepen toch niet dieper staken dan een halve meter.
Dorestad heeft bestaan van 700 tot 850 Na Christus.
Bron: Excursie Wijk bij Duurstede
CONFLICT!
De afdamming van de Kromme Rijn zorgde voor een geschil tussen bisschop Godebald en de keizer van het Duitse Rijk, keizer Handrik V. De Utrechtse strijdkrachten stonden aan de kant van de keizer in dit conflict. Na een zege op de Bisschop en zijn kerklieden bedankte de keizer de steden Utrecht en Muiden met stadsrechten.
Riviervoeding
In 1122 kwam de Utrechtse bisschop Godebald met het idee om de Kromme Rijn af te dammen om zo de moerassige gebieden in de loop van de Rijn te kunnen ontginnen. Als bisschop had men in die tijd nog erg veel macht en voor Godebald gold dit ook zeker. De bisschop kon de ontgonnen gebieden verdelen over zijn vertrouwelingen en vervolgens belasting heffen. Er ontstond echter een blokkade voor de handel in Utrecht en Muiden. Daarom werd er een nieuwe route aangelegd tussen Utrecht en de Hollandse IJssel, de Vaartsche Rijn.
Om te voorkomen dat de Kromme Rijn helemaal droog kwam te liggen werden er onder de dam duikers geplaatst die een deel van het water doorlieten om de Kromme Rijn te voeden.
Werfkelders
Onderhoud van de Lekdijk
Door de verlaagde waterstanden achter de Lekdijk konden de oevers van de Oude Gracht in Utrecht worden omgevormd tot Werfkelders.
Het onderhoud van de Lekdijk werd gedeeld door de ruim 20 buurtschappen om het stroomgebied van de Kromme Rijn en de bovenloop van de Vecht.
Bron: De Kromme Rijn Vertelt: 900 jaar waterbeheer (2022)
Foto: Pieter Smeets
Historische geschriften geven aan dat er een aantal overstromingen waren in de 17e en 18e eeuw. De foto rechts geeft het overstroomde gebied weer na een doorbraak van de Lekdijk in 1624. Verhoogde waterstanden werden gemeten tot aan de grachten van Amsterdam. Later zijn er nog overstromingen voorgekomen in 1709, 1726, 1740, 1744,
1747, 1751, en 1753. Meestal ontstonden dijkdoorbraken door kruiend ijs.
De overstromingen van 1740 ontstonden echter door een historisch strenge winter die het jaar ervoor veel sneeuw had vastgelegd in de bovenloop van de Rijn. Na een erg natte zomer stond aan het eind van het jaar de rivier zo hoog dat veel dijken het begaven. De overstromingen in 1740 staan bekend als de kerstoverstromingen.
Management
Bron: Sundberg (2022)
In de provincie Holland ontstond er al een watermanagement orgaan na de overstromingen van 1726.
Voor de overstromingen in de 17e en 18e eeuw werden dijken en rivieren vooral lokaal geregeld. Echter ontstond er een grotere zorg voor watermanagement na de frequente overstromingen van de 17e en 18e eeuw. Vanaf toen ontstond er een overtuiging dat management van rivieren en dijken beter provinciaal bestuurd kon worden.
Na de overstromingen van 1740 werd er door Melchior Bolstra een groot onderzoek opgezet om er achter te komen wat de zwakke plekken in de Nederlandse rivierverdediging waren. Een van de belangrijke bevindingen was dat de Noordelijke Lekdijk wel eens zou door kunnen breken. Ook was door het onderzoek aangetoont dat het Nederlandse riviersysteem steeds gevaarlijker aan het worden was en dat interprovinciaal management nodig was. Gecentraliseerde organisatie van watermanagement volgde echter langzaam.
Deze kaart van Bolstra geeft regionale overstromingsrisico's weer. (Sundberg, 2022)
Bron: Sundberg (2022)
De laatste dijkverzwaringen langs de Lek vonden plaats tussen 1984 en 1989. Tussen 2023 en 2029 komen er nieuwe dijkverzwaringen tussen Wijk bij Duurstede en Amerongen. Naast het verzwaren van de dijken worden er tegenwoordig ook uiterwaarden uitgegraven om zo de afvoercapaciteit te verhogen. Dit is onderdeel van het landelijke project van de waterschappen: "Ruimte voor de rivier".
Naast een veiligere rivier heeft deze methode ook positieve effecten op de biodiversiteit in en rond om de rivier.
Bron: De Kromme Rijn Vertelt: 900 jaar waterbeheer (2022)
De ontwikkeling van het rivierengebied in de provincie Utrecht is vanaf het moment dat mensen zich langs de rivier vestigden beïnvloed door menselijke activiteiten. Daarnaast heeft de natuur altijd een belangrijke rol gespeeld in de manier waarop de mens langs de rivier leefde. De bewaking tegen overstromingen is al sinds jaar en dag van levensbelang. De Lekdijk werd zelfs eens als heilig bestempeld. (Geuze, De Kromme Rijn Vertelt: 900 jaar waterbeheer (2022)) Dat is ook niet gek als je beseft hoe groot het landoppervlak is dat beschermd wordt door deze belangrijke dijk. (zie dia 12) Het samenspel van menselijk handelen en natuurgeweld heeft geleid tot inzichten die cruciaal zijn geweest in het organiseren van de dijken, uiterwaarden en rivieren in heel Nederland.
Daarnaast is de ontwikkeling van het rivierengebied in Utrecht onderzocht in veel verschillende disciplines met elk een relevante tijschaal. Geologie, Archeologie, Geschiedkunde maar ook, in de 17e eeuw, door onderzoekers die nog helemaal niet zo'n specifieke wetenschap uitoefenden. Nicolaas Cruquius, een centrale man binnen het riviermanagement van Holland, had bijvoorbeeld geneeskunde gestudeerd. Zo veranderen door de de tijd niet alleen de dijk en de mens zelf, maar ook de onderzoeksmethoden die gebruikt worden om nieuwe inzichten te vergaren in het regelen van de waterhuishouding van Nederland.