Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
WAT IS ORDENEN?
ORDENEN VAN ORGANISMEN
leerdoelen
aanteKOEning
je weet welke domeinen en rijken er zijn
je weet welke celkenmerken er zijn per rijk en domein
je kunt soorten en rassen onderscheiden
je kunt benoemen welke rol DNA hierbij speelt
je pakt je schrift, een pen
je schrijft mee
je kan uitleggen wat ordenen is
je kan uitleggen wat een criterium is
je kan uitleggen wat rangschikken is
je kan uitleggen waarom er wordt geordend
je kan de begrippen en schema's van de kk uitleggen
ORGAANSTELSEL
je kan uitleggen wat een organisme is
je kan uitleggen in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en je kan van elk rijk beschrijven waar je ze aan kan herkennen
je kan alle onderdelen van een cel benoemen en herkennen
je kan uitleggen tot welk rijk een organisme behoort aan de hand van een vragenlijst (determineren)
je kan uitleggen dat rijken worden ingedeeld in afdelingen en klassen
je kan uitleggen wat gewervelde dieren zijn
je kan de gewervelden indelen in vijf klassen en hun kenmerken benoemen
je kan de begrippen en schema's van de kenniskaart uitleggen
een groep organen die samen een taak uitvoeren
pijlinktvis
* afronden H1: inleveren dossier uiterlijk donderdag begin van de les
* donderdag practicum 01.04 meetpracticum (in twee etappes)
* vrijdag eenheden SO inhalen + bespreken repetitie
* REPETITIE H1 inhalen op vrijdag 9/11
PLANNING van de week
je kan de onderdelen van het menselijk lichaam ordenen
je kan uitleggen wat het kleinste onderdeel is waaruit het lichaam bestaat
je kan verschillende typen cellen herkennen en benoemen
je kan de onderdelen van de cellen herkennen en benoemen
je kan voorbeelden geven van weefsels en hun functies beschrijven
je kan voorbeelden geven van organen en orgaanstelsels en hun functies beschrijven
je kan aanwijzen waar organen zich bevinden in het lichaam
ORGAAN
een groep weefsels die samen een taak uitvoeren
zilvervis
LES 1: bespreken tekstschema en teams maken
LES 2: werken aan 02.01 / practicum 01.04
LES 3: werken aan 02.01 / practicum 01.04
LES 4: bespreken repetitie / eenheden SO
Welke cel hoort bij welk rijk?
Zijn dit wel vissen?
WEEFSEL
* eerst afstempelen, dan nakijken
* nakijken met andere kleur
* juiste antwoorden er bij schrijven
* nakijkvel meteen mee terug nemen
lokaal uit? eerst toestemming vragen
mobiel nodig? eerst toestemming vragen
een groep cellen die dezelfde vorm en functie hebben
CELKERN? ja / nee BACTERIË
CELWAND? ja / nee DIER
BLADGROENKORRELS? ja / nee SCHIMMEL
PLANT
CEL
bouwsteen van elk organisme
bevat organellen
1) telefoon in tas, niet in broekzak
2) alleen potlood op tafel, of andersgekleurde pen/stift, zeker geen etui
3) je mist een punt? * voor de vraag, bovenaan blad vraagnummer noteren
4) ik mail je of je punten erbij krijgt en waarom wel/niet
5) klaar met bespreken? blijf zitten tot ik het heb opgehaald
* eigenlijk een TEKST in SCHEMAVORM
* zie ELO voor een stappenplan! Als je verder klikt in deze prezi, zie je het stappenplan ook
* je krijgt twee stempels als je dit stappenplan volgt
+/- 200.000.000.000.000
leerdoelen
je kan kenmerken en voorbeelden noemen van wieren, varens en mossen
OERBACTERIËN
extremisten: kunnen overleven in extreme omstandigheden
hebben kenmerken van prokaryoten én eukaryoten
bijvoorbeeld een celkern of een cyto(cel)skelet
je kunt het dierenrijk indelen in 7 stammen
van elke stam kan je kenmerken noemen: o.a. de symmetrie en het skelet
van elke stam kan je voorbeelden noemen
leerdoelen
hebben geen wortels, stengels, bladeren of bloemen
eencellig of veelcellig
je kunt kenmerken van bacteriën en archaea noemen
je kunt beschrijven welke rol bacteriën spelen voor de mens
je kan uitleggen wat een stofeigenschap is en voorbeelden van stofeigenschappen geven
je kan uitleggen waar je een stof aan zou kunnen herkennen
je kent de begrippen en schema's van kenniskaart 02.04
(ALGEN)
let op: BLAUWALGEN zijn BACTERIËN
INDELEN IN STEEDS KLEINERE GROEPEN
STOFEIGENSCHAPPEN
een vingerafdruk van een stof
hebben wortels, stengels en bladeren, maar geen bloemen
je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een stam
je kunt organismen indelen in een vertakkingsschema
hebben de tofste namen
grijs kronkelsteeltje
fraai haarmos
muurachterlichtmos
klein duinsterretje
Verzin een ezelsbruggetje om de volgorde van de steeds kleiner wordende groepen te onthouden.
1
2
3
4
5
6
7
8
kleur
smaak
geur
kookpunt
smeltpunt
fase
elektrische geleiding
oplosbaarheid in water
samenvattende filmpjes
D R S K O F G S
Deze letters horen bij de stammen waarin je het rijk dieren kan indelen.
NEEM DIT SCHEMA OVER!
Schrijf er een bijschrift bij. Waar gaat dit schema over?
S N W W G S G
sporendoosjes onderaan blad
PANTSER
POTEN UIT STUKJES
LICHAAM IN SEGMENTEN (STUKJES)
LEERDOELEN
leerdoelen
je kan kenmerken en voorbeelden noemen van zaadplanten
je kan de stam van de geleedpotigen indelen in vier hoofdgroepen
van elke groep ken je kenmerken en voorbeelden
je kan uitleggen in welke drie groepen je natuurkunde kan indelen
je kan uitleggen wat deze groepen inhouden en voorbeelden geven
je kan uitleggen wat een model is en waarom modellen worden gebruikt
je kent de begrippen en schema's van kenniskaart 02.05
je kent de kenmerken van schimmels
je kunt beschrijven welke rol schimmels voor mensen spelen
je kan de zaadplanten indelen in twee groepen, waarvan je kenmerken en voorbeelden kan noemen
INSECTEN
SPINACHTIGEN
als je dit kijkt, ga je natuurkunde zeker leuk vinden!
kopborststuk - achterlijf
8 poten
kop - borststuk - achterlijf
achterlijf bestaat uit segmenten
6 poten
KRACHTEN
ENERGIE
MATERIE
BEDEKTZADIGEN
NAAKTZADIGEN
alles wat tastbaar is
veranderingen veroorzaken
aantrekken / afstoten
zaad in een vrucht
bladeren niet naaldvormig
zaad tussen schubben van een kegel
bladeren naaldvormig
VEELPOTIGEN
KREEFTACHTIGEN
voorstelling van de werkelijkheid
lichaam bestaat uit vele segmenten
aan ieder segment zitten poten
molecuulmodel
deeltjesmodel
atoommodel
algemene eigenschappen van stoffen
stoffen veranderen niet van moleculaire samenstelling
Wat is het verschil tussen:
natuurkunde en
scheikunde?
kopborststuk en achterlijf
achterlijf bestaat uit segmenten
meestal 10 poten
moet vervellen
hoe een atoom er uit ziet
hoe een molecuul er uit ziet
fasen en overgangen
zie plaatje 2.4!
http://programma.vara.nl/groenlicht/gemist/alles/datum/altijd
samenstelling en bouw van stoffen
stoffen veranderen van moleculaire samenstelling
filmpje!
13 februari 2017
9.00
leerdoelen
je kunt de stam van de gewervelden indelen in vijf klassen
je kunt per klasse kenmerken en voorbeelden noemen
maak een vlog à la Freek Vonk
iedereen presenteert minimaal één dier
minimaal 8 diersoorten worden besproken
bespreek belangrijke kenmerken en wetenswaardigheden
minstens 1 mobiel om te filmen
lunch / geld
VISSEN AMFIBIEËN REPTIELEN VOGELS ZOOGDIEREN
HUID
WARM/KOUDBLOEDIG
ADEMHALINGSORGANEN
MANIER VAN VOORTPLANTEN
LEEFOMGEVING (MILIEU
welk organisme je onderzoekt
welke factor je onderzoekt
eindigt met een vraagteken
A bacteriën en archaea
B schimmels
C wieren
D mossen en varens
E zaadplanten: naakt- en bedektzadigen (zie extra BS)
F sponzen, neteldieren en wormen
G weekdieren en stekelhuidigen
H geleedpotigen
I gewervelden: vissen, amfibiën en reptielen
J gewervelden: vogels en zoogdieren
wat je denkt dat de uitkomst is van je experiment, als je hypothese klopt
"Als... [hypothese], dan... [verwachtte uitkomst experiment]."
wat je denkt dat het antwoord is op je onderzoeksvraag
waarom je dat denkt
ondersteund met bronnen
blz 57 en 58 van boek 1a
kies je proeforganismen
zorg voor zo veel mogelijk proeforganismen
maak een proefgroep en een controlegroep
één factor onderzoek je, en verander je bij de proefgroep
alle andere omstandigheden zijn gelijk
ontwerp je tabel
onderzoeksvraag
hypothese en verwachting
materialen en methode
resultaten
conclusie
discussie
bronnen
tabel en grafiek of tekeningen
zet daar een boven- of onderschrift bij
4-5 minuten
je geeft antwoord op je onderzoeksvraag
je verwijst daarbij naar je resultaten
je vergelijkt je antwoord met dat van anderen: uit de klas of uit bronnen
je bespreekt wat er misschien fout is gegaan bij je onderzoek, en hoe dat beter kan
je oppert ideeën voor vervolgonderzoek
elk teamlid is aan het woord
visuele component (ppt, poster, dansje)
inhoud: kenmerken, voorbeelden, fun facts
idee: kort quizje of opdrachtje voor het publiek
zo veel mogelijk van wat je opschrijft, wordt ondersteund door bronnen
die verzamel je in een bronnenlijst
noteer de auteur (schrijver(s)), de titel, het jaar van uitgave
bij een website noteer je de complete url + de datum en de tijd dat je de website hebt geraadpleegd