Introducing 

Prezi AI.

Your new presentation assistant.

Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.

Loading…
Transcript

1pF Spelling II

september 2018

A

Afspraken

Afspraken

Respect

- Als je iets wilt vragen dan steek je vinger op.

- We laten elkaar uitpraten;

- We besteden aandacht aan elkaar;

- We laten een ander in zijn waarde;

- We hebben respect voor elkaars eigendommen.

Respect

Aandacht

- Bij binnenkomst ga je rustig op je eigen plaats zitten.

- Je telefoon is onzichtbaar en stil, tenzij anders vermeld.

- Je zit rechtop;

- Je pakt je spullen en legt ze op tafel: boek, schrift en pen;

- Je luistert naar elkaar;

- Je maakt aantekeningen als ernaar gevraagd wordt.

Aandacht

Leren

- Je bent nieuwsgierig;

- Je durft vragen te stellen;

- Je helpt elkaar;

- Je oefent met opdrachten;

- Je maakt thuis tijd vrij om het huiswerk te maken;

- Je leert voor toetsen en so's.

Leren

Planning

L

Je leert hoe je van zwakke en sterke werkwoorden de persoonsvorm in de verleden tijd schrijft.

Leerdoelen

W

Lees het raadsel en beantwoord deze vraag: wat is het verschil in betekenis tussen zin a en zin b?

Raadsel: Wie kan er hoger springen dan een berg?

a De meeste mensen raden de oplossing van dit raadsel niet.

b De meeste mensen raadden de oplossing van dit raadsel niet.

1 minuut

Wat kan ik al?

I

Wat zijn de regels voor de persoonsvorm in de verleden tijd bij zwakke en sterke werkwoorden?

Instructie

regel I

Bij zwakke, regelmatige werkwoorden blijft de de klank in de verleden tijd ongewijzigd.

regel II

Eerst ga je op zoek naar de ik-vorm.

Je krijgt de ik-vorm door -en van het infinitief af te halen. Soms moet je de ik-vorm aanpassen.

Zo schrijf je de pvvt

regel III

1. In het enkelvoud eindigt de persoonsvorm op -te of -de na de ik-vorm.

2. In het meervoud eindigt de persoonsvorm op -ten of -den

3. Kijk naar het infinitief om te bepalen welke uitgang je krijgt. Zit de laatste letter voor -en tussen deze medeklinkers ‘t ex-fokschaap dan krijg je -te(n).

4. Bij de andere klinkers krijg je -de(en)

Oefenen!

Zet de volgende zinnen in de verleden tijd. Vul in wat er op de puntjes moet staan:

1. Was het George Washington die Amerika … (stichten)?

2. In Amerika … (leven) destijds meer Indianen dan vandaag de dag.

3. Terwijl Marie-Antoinette de auto vol … (laden), … (staan) Diederick-Jan aan de kant te vloeken.

sterke werkwoorden

Sterke, onregelmatige werkwoorden

Van sterkte dus onregelmatige werkwoorden verandert in de verleden tijd de klank.

Bij regelmatige, zwakke werkwoorden heb je net gezien dat er vaste regels zijn.

Bij sterke, onregelmatige werkwoorden gelden deze regels niet.

De klank verandert. Vaak hoor en zie je de klankverandering alleen bij de klinkers:

ik loop - ik liep

wij lopen - wij liepen

Ook kunnen de medeklinkers van klank veranderen:

ik breng - ik bracht

Verder gelden de reguliere, normale spellingsregels:

ik treed - ik trad ik schrik - ik schrok

wij treden -wij traden wij schrikken - wij schrokken

Aan de slag!

S

Strategie

Goed gewerkt 1pF!

V

Volgende stap

Huiswerk

Huiswerk

Schrijf in je agenda bij dinsdag 25 september 2018:

Maak opdracht 1 t/m 5 van Hoofdstuk 2 Werkwoordspelling.

Leerdoelen

Hebben we de leerdoelen behaald?

- Wat zijn de regels als je van zwakke, regelmatige werkwoorden de persoonsvorm in de verleden tijd schrijft?

- Hoe verschillen de regels voor sterke, onregelmatige werkwoorden?

- Hoe was deze les?

Learn more about creating dynamic, engaging presentations with Prezi