Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
Allereerst
Ten eerste
Ten tweede
Vervolgens
Ook
Bovendien
Daarnaast
Verder
Vervolgens
Tot slot
...
Maar
Daarentegen
Echter
Toch
Integendeel
Daarom
Immers
Namelijk
Omdat
Vanwege
Want
Dus
Kortom
Informeren
Amuseren
Activeren
Overtuigen
De, het, een
Mensen
Dieren
Dingen
Planten
Namen
Begrippen
Doe-woorden
Kun je vervoegen
Voorbeelden:
Lopen
Rennen
Vinden
Zijn
Spelen
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Voorbeelden:
De rode auto
Het slimme meisje
De gekochte boodschappen
Kun je voor 'de kast' of 'de vakantie' zetten
Voorbeelden:
In
Op
Naast
Tijdens
Over
Achter
Uit
Geven een getal of hoeveelheid aan
Gebruik de zinnen:
Ik heb X pennen.
Ik ben X in de rij.
Zet de zin in een andere tijd. Het veranderende woord is de persoonsvorm.
Eventueel kun je de zin vragend maken of het eerste werkwoord in de zin opzoeken.
Voor en achter de persoonsvorm
Aan het begin en aan het einde van de zin
Alles wat voor de persoonsvorm past, is een zinsdeel
De persoonsvorm plus alle andere werkwoorden uit de zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde
Wie/wat + WG = O
Wie/wat + WG + O = LV
Let op: een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel
3 vormen:
Zwak / klankvast:
Stam + te(n) of stam + de(n)
Sterk / klankveranderend:
Je hoort hoe je het schrijft
Maak het woord langer. Hoor je een t? Dan schrijf je een t.
Hoor je een d? Dan schrijf je een d.
Eva belde en zei: 'Ik kan vandaag niet komen trainen.'
'Ik kan vandaag niet komen trainen,' zei Eva toen ze belde.
Klemtoon op de laatste lettergreep: +ieën
Voorbeeld: Therapie - therapieën
Klemtoon niet op de laatste lettergreep: +iën
Voorbeeld: Bacterie - bacteriën
Woord eindigt op -ee: +ën
Voorbeeld: Fee - feeën