Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
Soms is het zo dat je de stoffen in een mengsel weer van elkaar kunt scheiden: de stofeigenschappen zijn niet veranderd.
Soms treden er wel veranderingen op, bijvoorbeeld wanneer je magnesium verhit. Magnesium is een grijs metaal, maar tijdens het verhitten ontstaat een wit licht en er blijft een witte vaste stof over. Er zijn dus stofeigenschappen veranderd.
De stof magnesium, de beginstof, is verdwenen en daarvoor in de plaats is een nieuwe stof, het reactieproduct, gekomen. Dit is een kenmerk
van een chemische reactie.
Niet elke stof verandert bij verwarmen: kaarsvet smelt als je het verwarmt. Laat je het afkoelen, dan wordt het kaarsvet weer vast. Tijdens het smelten van kaarsvet zijn de stofeigenschappen niet veranderd. Een faseverandering is dus géén chemische reactie.
Bij de verbranding van magnesium komt energie vrij in de vorm van licht en warmte. Een reactie waarbij energie, bijvoorbeeld warmte, licht of elektrische energie vrijkomt, noemen we een exotherme reactie.
Een reactie die alleen verloopt als er energie, bijvoorbeeld warmte of licht, wordt opgenomen, noemen we een endotherme reactie.
Bij elke chemische reactie treedt een energie-effect op.
Op grond van zijn experimenten met chemische reacties formuleerde de Franse scheikundige Antoine Laurent Lavoisier (1743 - 1794) tegen het einde van de achttiende eeuw een regel die we nog steeds kennen als de wet van Lavoisier:
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.
De wet van Lavoisier wordt ook wel de wet van behoud van massa genoemd. Er gaan immers geen atomen verloren en er komen ook geen atomen bij. Ze worden alleen maar op een andere manier gerangschikt.
Soms lijkt het alsof tijdens een reactie de massa groter of kleiner wordt. Bijvoorbeeld als één van de reactieproducten of beginstoffen een gas is. Maar als je de gassen mee weegt, zie je dat de massa vóór en na de reactie toch even groot is. Het behoud van massa is een kenmerk van een chemische reactie.
Een chemische reactie kan niet bij elke temperatuur verlopen. Voor elke chemische reactie is een bepaalde minimale temperatuur nodig. Dit noemen we de reactietemperatuur. Is de temperatuur lager dan de reactietemperatuur, dan verloopt de reactie niet vanzelf.
Neem bijvoorbeeld papier, papier is brandbaar, toch verbrandt papier niet bij kamertemperatuur. Dat gebeurt pas bij een veel hogere temperatuur. De reactietemperatuur voor de verbranding van papier, ook wel de ontbrandingstemperatuur genoemd, is blijkbaar veel hoger dan kamertemperatuur.
Kenmerken van een reactie zijn dus:
Niet alle chemische reacties verlopen even snel. Er zijn vijf factoren die invloed hebben op de snelheid waarmee een chemische reactie verloopt:
1. Als je magnesium en zink allebei laat reageren met waterstofchloride dan reageert magnesium
veel sneller met waterstofchloride dan zink. De soort beginstof heeft dus invloed op de
reactiesnelheid.
2. Magnesiumpoeder reageert veel sneller met waterstofchloride dan magnesiumlint. Bij een gelijke
hoeveelheid magnesium heeft de poedervorm een veel groter oppervlak dan het lint. Kennelijk
zorgt een grotere verdelingsgraad voor een grotere reactiesnelheid.
3. De reactiesnelheid is hoger als de hoeveelheid waterstofchloride per mL oplossing groter is. We
noemen dat een verschil in concentratie. Hoe groter de concentratie, des te groter de
reactiesnelheid.
4. De reactiesnelheid wordt groter als de temperatuur hoger wordt.
5. Ten slotte kun je de reactiesnelheid beïnvloeden met een hulpstof. Deze hulpstof noem je een
katalysator en deze zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt. Een katalysator wordt tijdens
de reactie wel gebruikt, maar raakt niet op. Aan het einde van de reactie is er nog evenveel van
de toegevoegde katalysator over.