Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
De didactische vormgeving heeft volgens Hoobroeckx en Haak (2002) betrekking op drie niveaus:
1. Het totale leermiddel, ofwel het
didactisch concept.
2. De afzonderlijke leersituatie, ofwel het didactische model.
3. De deelactiviteiten
binnen de afzonderlijke leersituaties, ofwel de didactische werkvormen.
Werkwoorden in een leerdoel
Niet ( deze gebruik je beter niet )
Enig inzicht hebben in, kennis hebben van, zich bewust zijn van, een gevoel ontwikkelen voor, kennis maken met, weten, begrijpen, betekenis vatten van.
Wel ( deze gebruik je beter wel )
Berekenen, construeren, uitvoeren, ontwerpen, oplossen, vastleggen, beslissen, verdedigen, beoordelen, opnoemen, het verschil of de gelijkenis aanduiden tussen, ordenen.
Beschrijf deze leerinhoud ( in het leerdoel ) zo concreet mogelijk.
Een optimaal leerdoel bestaat uit vier componenten:
gedrag, inhoud, voorwaarde en prestatie
Welk gedrag je van studenten/leerlingen verlangt ( omdat je een bepaalde activiteit verwacht ) kun je door middel van werkwoorden aangeven:
Als je een idee hebt over de – combinatie van – ordeningsprincipes die bruikbaar kunnen zijn ga je deze bruikbaarheid wegen aan de hand van een aantal criteria:
Samenhang
Authenticiteit
Beleid van een organisatie
Haalbaarheid
Leerstof ordenen
Stap 4
Je gaat de leerdoelen, die samen de leerstof vormen, over je plan verdelen.
Je ordent de leerstof volgens een bepaald ordeningsprincipe.
Als je dat gedaan hebt, is je ontwerp in grote lijnen af.
Verschillende voorbeelden van ordeningsprincipes:
vakdisciplinair, chronologisch, concentrisch, van makkelijk naar moeilijk, van eenvoudig naar complex, realistisch, thematisch, psychologisch, van concreet naar abstract, praktisch en tegenstellingen. Ook een combinatie van ordeningsprincipes is goed mogelijk.
Het formuleren van leerdoelen start bij een inventarisatie van taken en functies van een beroep(sprofiel)
Dit bestaat uit onderdelen:
1. Beroepsprofielen;
2. De kwalificaties;
3. Uitwerking van de kwalificaties;
4. Verantwoording.
Deze eisen geven uiteindelijk weer wat een student moet kunnen als hij/zij op de arbeidsmarkt start. ( en worden verder uitgewerkt en gespecificeerd in indicatoren )
Vier niveaus waarop geëvalueerd wordt:
Reactieniveau: zijn de betrokkenen tevreden over de vorm van het leermiddel?
Leerniveau: zijn de leerdoelen bereikt?
Gedragsniveau: gedragen de betrokkenen zich zoals in de analyse van gewenst gedrag is voorspeld?
Resultaatniveau: is er sprake van een situatie waarin het probleem is opgelost, in termen van een meetbaar resultaat
Als er leerdoelen zijn kun je daarna beslissingen nemen over bijvoorbeeld:
- de leeractiviteiten die studenten moeten gaan uitvoeren,
- de leerinhouden,
- de onderwijsmiddelen
- de didactische werkvormen
- en de wijze waarop je nagaat of de leeruitkomsten zijn behaald.
RICHTINGGEVEND!
- Ontwikkeld bij
de Vakgroep
Onderwijskunde
- Geschreven voor
competenties binnen
beroepsopleidingen
- 6 stappen vormen
de 'theoretische kapstok'
van de systematiek.