Fase 4
'Uitvoeringsfase'
Fase 1
'Inleidende fase'
Interventies doel 1
Rapporteren & evalueren
- ST neemt voldoende tijd om naar patiënt te luisteren.
- ST neemt een begripvolle luisterhouding aan en probeert erachter te komen wat patiënt wel en niet wil.
- ST bekijkt de mogelijkheden van logopedie
- ST begeleidt patiënt in situaties die om duidelijke/gesproken communicatie vragen (bijv. huisartsbezoek & ziekenhuisbezoek)
- ST biedt ondersteuning in het herkennen van spanning, stress of andere factoren die de spraak van patiënt beïnvloeden.
- ST maakt onzekerheid en spanning bespreekbaar voor patiënt.
- Verpleegkundige anamnese
- Gegevens ordenen dmv 11 gezondheidspatronen
- Toepassing patiënt
DOEL 1: Patiënt toont over twee weken minder frustratiemomenten doordat er beter wordt omgegaan met zijn afasie
- Continuïteit van de zorg
- Observaties, activiteiten, concrete & objectieve informatie
- Basis van evaluatie
- Beoordeling effect verpleegkundige zorg
- Informatiebronnen
- Conclusies:
- Doel behaald
- Sommige doelen behaald --> Plan bijstellen
- Geen doelen behaald --> Plan bijstellen
Interventies doel 2:
- ST biedt patiënt een duidelijke structuur binnen zijn leefomgeving met behulp van een dagprogramma.
- ST biedt patiënt zoveel mogelijk een één op één begeleiding.
- ST geeft patiënt bij begeleiding duidelijke en eenvoudige instructies.
- ST geeft patiënt aan wat er gaat gebeuren en wat er van de patiënt wordt verwacht.
- ST biedt patiënt hulpmiddelen aan die de oriëntatie kunnen verbeteren (bijv. agenda, kalender, klok etc.)
- ST voorkomt veel veranderingen in de omgeving van de patiënt en bereidt patiënt voor op momenten dat verandering noodzakelijk is.
- ST observeert en rapporteerd situaties waarin de verwardheid toe- of afneemt en ADL- activiteiten die door verwardheid worden beïnvloed.
DOEL 2: Patiënt is tijdens het volgende evaluatiemoment op 24-10-20 ontspannen ondanks de beperkingen als gevolg van de verwardheid en heeft hulpmiddelen tot zijn beschikking om zich beter te kunnen oriënteren.
Interventies doel 3:
- Verandering zorgsituatie door interventies
- 'Acties'of 'activiteiten'
- Verband met 'Etiology' & 'Signs and Symptoms'
- Kennis en kritisch denken
- Wat, wie, wanneer
- Toepassing patiënt
- ST begeleidt patiënt bij zijn ADL verzorging.
- ST maakt over de ADL verzorging duidelijke afspraken. (Tijd, plaats & persoon)
- ST geeft patiënt zoveel mogelijk een 'één-mans-benadering'.
- ST regelt de financiële zaken van patiënt.
- ST signaleert vroegtijdig hulpvragen van patiënt en biedt hierbij hulp.
- ST controleert de koelkast van patiënt op houdbaarheidsdatum van producten.
DOEL 3: Patiënt wordt geholpen bij zijn persoonlijke verzorging en zijn kamerreiniging. Overige zaken waartoe patiënt niet meer in staat is worden ook overgenomen.
11 gezondheidspatronen
- Gezondheidsbeleving & instandhouding
- Voeding & stofwisseling
- Uitscheiding
- Activiteiten
- Slaap & rust
- Waarneming & cognitie
- Zelfbeleving
- Rollen & relaties
- Seksualiteit & voortplanting
- Stressverwerking
- Waarden & overtuiging
Fase 2
'Diagnostische fase'
- Beschrijving gezondheidsproblemen
- Verpleegkundig perspectief (!)
- PES structuur
- Toepassing patiënt
Toepassing patiënt
Verpleegprobleem 1:
'Verwardheid'
P = Patiënt is gedesoriënteerd in tijd, plaats & persoon
E= Hersenbeschadiging
Vasculaire dementie
Verliezen overzicht
S= Doelloos rondwalen
Achteruitgang vaardigheden
Terugtrekken op kamer
Herhaaldelijk vragen om medicatie
Vergeten data & afspraken
Verpleegprobleem 2:
Verpleegprobleem 2: Achteruitgang spraak
P= Patiënt is gefrustreerd en onzeker doordat hij door zijn afasie niet kan uitleggen wat hij bedoelt
E= Gevoel van falen
Snel gekrenkt voelen
Verwerkingsfase
Te weinig ruimte om zijn verhaal te doen
Verliezen overzicht en controle
S= Patiënt trekt zich terug op zijn kamer
Patiënt wordt verbaal agressief of mopperig
Patiënt geeft aan onzeker te zijn in nieuwe situaties
'Achteruitgang spraak'
P= Patiënt is gefrustreerd en onzeker doordat hij door zijn afasie niet kan uitleggen wat hij bedoelt
E= Gevoel van falen
Snel gekrenkt voelen
Verwerkingsfase
Te weinig ruimte om zijn verhaal te doen
Verliezen overzicht en controle
S Patiënt trekt zich terug op zijn kamer
Patiënt wordt verbaal agressief of mopperig
Patiënt geeft aan onzeker te zijn in nieuwe situaties
Verpleegprobleem 3
PES - structuur
'Zelfzorgtekort'
P= Patiënt kan zichzelf en zijn kamer niet meer goed verzorgen
E= Vasculaire dementie
Verminderd overzicht
Achteruitgang in lichamelijke conditie
S= Patiënt ziet er onverzorgd uit
Patiënt verwaarloost zijn kamer
Voedingsmiddelen in zijn koelkast zijn niet meer houdbaar
Lichamelijke achteruitgang
Patiënt vraagt om hulp
P Problem : Gezondheidsprobleem
E Etiologie: Gerelateerde factoren
S Signs and symptoms: Klachten & symptomen
Fase 3
Doel
'Planningsfase'
- 'Onderwijs' opdracht opleiding
- Verpleegkundig proces doorlopen
- Verpleegkundig proces toepassen op patiënt D. D.
- Voor- en nadelen verpleegplannen
RUMBA
- Doelen formuleren
- Signs and symptoms
- RUMBA & SMART
- Toepassing patiënt
R Relevance
U Understandable
M Measurable
B Behavior
A Attainable
Voordelen & Nadelen
RUMBA/ SMART
Nadelen:
- Niet alle doelen zijn realiseerbaar/acceptabel
- Doelen die niet/moeilijk te meten zijn
Voordelen:
- Zo concreet mogelijk
- Alle belangrijke aspecten verwerkt
SMART
Toepassing patiënt
S Specifiek
M Meetbaar
A Acceptabel
R Realistisch
T Tijdsgebonden
1. Patiënt ervaart frustratie doordat hij niet kan uitleggen wat hij bedoelt.
Dit wordt gekenmerkt door frustratie en onbegrip als ST hem niet begrijpt.
DOEL: Patiënt toont over twee weken minder frustratiemomenten doordat er beter wordt omgegaan met zijn afasie
2. Patiënt ervaart onrust gerelateerd aan desoriëntatie in tijd, plaats en persoon. Dit wordt gekenmerkt door doelloos ronddwalen; onsamenhangende verhalen; herhaaldelijk vragen om medicatie ; verminderd overzicht en onzekerheid rondom vaardigheden.
DOEL: Patiënt is tijdens het volgende evaluatiemoment op 24-10-20 ontspannen ondanks de beperkingen als gevolg van de verwardheid en heeft hulpmiddelen tot zijn beschikking om zich beter te kunnen oriënteren.
3. Patiënt kan zichzelf en zijn kamer niet meer goed verzorgen, gerelateerd aan dementie/verminderd overzicht en een achteruitgang van zijn lichamelijke conditie.
Dit wordt gekenmerkt door het verwaarlozen van zichzelf en zijn kamer, voedingsmiddelen die over datum zijn, lichamelijke achteruitgang en het vragen om hulp.
DOEL: Patiënt wordt geholpen bij zijn persoonlijke verzorging en zijn kamerreiniging. Overige zaken waartoe patiënt niet meer in staat is worden ook overgenomen.
Voor- en nadelen verpleegplan
Voordelen verpleegplan
Nadelen verpleegplan
- Benodigde tijd & werk
- (Nog) geen EPD
- Risico standaard verpleegplannen
- Vastleggen eisen van de zorg
- Verantwoording keuzes
- Toekomstperspectief en doelgerichtheid
- Beschrijving totale zorg
- Continuïteit zorg bij overdracht & overplaatsing