Fosfolipidemolecuul: apolair uiteinde door vetzuren en polair uiteinde door fosfaatgroep
Achter fosfaatgroep soms nog andere moleculen gebonden (zoals choline)
Komen voor in membranen van cellen: celmembraan en in membranen van ER
Door condensatie reacties
triglyceriden: 3 vetzuurmoleculen binden aan glycerolmolecuul (in sk glycerolesters, ontstaan door reactie tussen hydroxylgroep (-OH) en organisch zuur)
Fosfolipide: 1 glycorolmolecuul met 2 vetzuren en fosfuurzuur
Fosfolipiden
Lipiden
Vetzuureinden van de fosfolipidemoleculen keren zich af van het waterige cytoplasma door hun hydrofobe karakter > fosfolipiden vormen dubbele laag moleculen (vetzuureinden aan de binnenkant tegen elkaar aan)
Onregelmatige bouw door knikken, membraan erg plooibaar
Polair vs Apolair
Lange keten voor grootste gedeelte apolair door gelijkmatige verdeling elektronen
Zuurgroep -COOH groep sterk polair
Moleculen van vetten zijn apolair
Steroïden
Vetachtige stoffen waarvan de moleculen specifieke koolstofringen bevatten
Bijv. cholesterol
Sommige steroïden spelen een rol bij vorming van celmembranen
Anderen functioneren als hormoon
Vetten vs Oliën
Vetzuren
Vetten: lipiden met verzadigde vetzuren vast bij kamertemperatuur
Oliën: lipiden met onverzadigde vetzuren, meestal vloeibaar
Plantaardige oliën veel meervoudig onverzadigde vetzuren (bijv. zonnebloemolie)
Vetzuurmolecuul: lange keten -CH2 groepen met aan het eind een zuurgroep (-COOH)
Verzadigd: koolstofatomen in lange keten verbonden door enkelvoudige bindingen, maximaal aantal H-atomen
Onverzadigd: tussen koolstofatomen in lange keten zitten één of meer dubbele bindingen > zorgt voor knik
Meervoudig onverzadigde vetzuren: meerdere dubbele bindingen in koolstofketen
Lipiden
Zoals vetten en oliën
Vetten: o.a. opgebouwd uit vetzuren
Oliën: o.a. opgebouwd uit onverzadigde vetzuren en meestal vloeibaar