Introducing 

Prezi AI.

Your new presentation assistant.

Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.

Loading…
Transcript

GPL Thema 1

Over leven en overleven

Lezing 1.

Criteria:

Je noemt het verschil tussen levend, dood en levenloos

Je geeft voorbeelden van levenskenmerken

Biologie = de leer van het leven

Organismen: levende wezens

Bacteriën

Planten

Lezing 5.

Dieren

Schimmels

Levens-verschijnselen

Levens

verschijnselen

Om te onthouden

Criteria:

Je legt uit en verklaart hoe organismen (levende wezens) met behulp van hun organen overleven in verschillende omgevingen

Je legt uit hoe organismen (levende wezens) met behulp van bepaalde uiterlijke kenmerken kunnen overleven

Je beschrijft en verklaart waarom bepaalde lichamelijke kenmerken van organismen speciale vormen en/of functies hebben

Levend: vertoont levensverschijnselen

- Ademhalen - Voeden

- Uitscheiden - Bewegen

- Waarnemen - Groeien

- Voortplanten

Dood: organisme vertoont geen levensverschijnselen meer

Levenloos: heeft nooit geleefd

Biologie gaat over organismen en hoe ze leven

Levend: vertoont levensverschijnselen

Dood: organisme zonder levensverschijnselen

Levenloos: nooit geleefd

Levensverschijnselen zijn: ademhalen, bewegen, groeien, uitscheiden, voeden, voortplanten, waarnemen

Overleven:

- voedsel zoeken en opnemen

- zich verdedigen tegen omgevingsinvloed

- aanvallen van vijanden zien te overleven

- zich voortplanten

Verdediging

tegen vijanden

Voortplanting

Schutkleur

Voedsel

Afweer

Veel nakomelingen, weinig broedzorg

Weinig nakomelingen, veel broedzorg

https://schooltv.nl/video/hoe-verteert-de-koe-zijn-voedsel-langs-vier-magen/#q=koe

Verdediging

tegen de omgeving

Tanden en organen

Kou

Weinig water

Hitte

Longen / kieuwen

Lezing 6.

Wat heb jij nodig???

Lezing 4.

Om te onthouden

Meerdere organen samen vormen een orgaanstelsel.

Criteria:

Je beschrijft inwendige organen bij de mens en verklaart hun functie

1. Luchtpijp: lucht vervoeren tussen mond en longen

2. Longen: zuurstof opnemen, koolstofdioxide afgeven

3. Hart: bloed rondpompen door alle bloedvaten

4. Lever: bloed zuiveren (stoffen afbreken), gal maken

5. Maag: verzamelen en kneden van voedsel, bacteriën doden

7. Dunne darm: voedsel verteren, opnemen voedingsstoffen

6. Dikke darm: water uit onverteerde voedselresten halen

8. Slokdarm: eten van mond naar maag vervoeren

(9. Milt: afweer tegen ziektes)

10. Nieren: bloed zuiveren (stoffen uitscheiden), urine maken

11. Blaas: urine opslaan

Orgaanstelsels

Groep samenwerkende organen met bepaalde functies

verteringsstelsel spierstelsel ademhalingsstelsel

beenderstelsel bloedvatenstelsel zenuwstelsel

Uitscheidingsstelsel: nieren en blaas

Labsessie 3.

Lezing 2.

Criteria:

Je benoemt de onderdelen van de microscoop en hun functies

Je maakt een preparaat

Je benoemt het verschil tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening

Je benoemt het verschil tussen een dwarsdoorsnede en een lengtedoorsnede

Je maakt biologische tekeningen aan de hand van tekenregels

Criteria:

Je noemt het verschil tussen organismen, organen, weefsels en cellen

Je benoemt de onderdelen van de microscoop en hun functies

Je maakt een preparaat

Je benoemt het verschil tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening

Je benoemt het verschil tussen een dwarsdoorsnede en een lengtedoorsnede

Je maakt biologische tekeningen aan de hand van tekenregels

Microscopie

Kijken, vergroot 10x

Organisatieniveaus

Draaien, vergroot 4x, 10x, 40x

Organisme: levend wezen

Orgaanstelsels: samenwerkende organen

Organen: een of meer functies

Weefsels: groep cellen met dezelfde vorm en functie

Cellen: bouwsteen

Laat licht door

Preperaat maken

Cellen

Plantaardige cel Dierlijke cel

Celwand en vacuole: stevigheid

Cytoplasma: bevat water enopgeloste stoffen

Kern: processen regelen

Plastide (bladgroenkorrel): maakt voedsel voor plant

Celmembraan: bescherming, transport

Om te onthouden

Biologische tekeningen

Tekenregels

Organisme - orgaanstelsel - orgaan - weefsel - cel

Microscoop onderdelen

Tekenregels

Schematische tekening: belangrijkste kenmerken

Buitenaanzicht: aan de buitenkant

Doorsnede: als je iets doorsnijdt

  • Dwarsdoorsnede (in de breedte)
  • Lengtedoorsnede (in de lengte)

!!!Voor de labsessie van volgende week 'werken met de microscoop' en 'tekeningen maken' doorwerken!!!

Doorsneden

Met potlood

Groot en duidelijk

Niet schetsen

Horizontale lijnen met namen onderdelen

TITEL, naam, vergroting, doorsnede benoemen

Je gaat tijdens een labsessie een preparaat maken van een blaadje met de letter P om de werking van de microscoop te ontdekken en een preparaat te leren maken

Je gaat tijdens een labsessie een bestaand preparaat natekenen om te oefenen met biologische tekeningen

Buitenaanzicht

Lengtedoorsnede

Bloem (schematisch), lengtedoorsnede

Dwarsdoorsnede

Tekeningen

Natuurgetrouwe tekening: zo nauwkeurig mogelijk alle delen

Schematische tekening: alleen de belangrijkste kenmerken

Learn more about creating dynamic, engaging presentations with Prezi