SLB

Leerstijlen!

SLB

Studie Loopbaan Begeleiding

Resultaat

Opdracht!

Maak een lijstje van...

Door het maken van deze twee testen, heb je inzicht gekregen in:

* De manier waarop jij het beste leert

* Een aantal persoonlijke eigenschappen

the big five persoonlijkheidstest

Opdracht!

De dingen die jij wilt verbeteren.

De dingen die jij zelf kunt verbeteren.

De dingen waar je hulp bij wilt krijgen.

www.123test.nl/bigfive/

Door deze te combineren kun je niet alleen kijken welke manier van werken het beste bij je past, maar ook wat jij nog nodig hebt om goed aan de slag te gaan!

Uit jarenlang en wereldwijd psychologisch onderzoek blijken er vijf woorden (thema's) te zijn, de zogenaamde Big Five, waarmee je iemands persoonlijkheid in de volle breedte kunt beschrijven:

Opdracht!

Doe de 'big five' test en voeg de resultaten toe aan je portfolio; je mag deze gebruiken voor de eindpresentatie.

De leerstijlentest van Kolb

(want 95% van wat je uitlegt... ;-)

Emotionele

stabiliteit

Sociale prikkels

Inschikkelijkheid

Openheid

Doelgerichtheid

Maak de leerstijlentest van Kolb op:

Door het maken van deze Big Five persoonlijkheidstest krijg je snel inzicht in de vijf hoofddimensies van je persoonlijkheid!

David A. Kolb is een leerpsycholoog en pedagoog uit de Verenigde Staten die zich met name richt op ervaringsgericht leren. Hij is bekend geworden door zijn theorie m.b.t. leerstijlen en de leercyclus.

Ben je een.... beslisser?

En kijk welke leerstijl het beste bij je past!

Ben je een.... dromer?

www.123test.nl/leerstijl/

Hoe leren wij?

Vandaag behandelen wij zijn leerstijlentest.

Deze test geeft jou een beter inzicht in je studeergedrag en laat je daardoor sneller en beter studeren!

We onderscheiden zes manieren van leren:

Hoe leer je efficiënt ?

Wij leren...

Een dromer herken je aan: 'Ik wil hier even over nadenken..'

Een doener houdt van: Tijd krijgen voor activiteiten. Achteraf nadenken over acties. Eerst denken,

dan pas doen. Beslissingen nemen zonder limiet en tijdsduur.

Een doener leert het meeste van activiteiten waarbij:

• Je de tijd hebt de verbanden tussen ideeën/gebeurtenissen/situaties te onderzoeken

• Je de kans krijgt uitgangspunten/logica achter iets te onderzoeken

• Je je geestelijk moet inspannen: een ingewikkelde situatie analyseren of getest worden in de les

• Je je bevindt in gestructureerde situaties met een duidelijk doel

• Je na kunt denken over de redenen voor je succes/mislukking

• je interessante ideeën aangeboden krijgt

• je ingewikkelde situaties moet begrijpen en er aan deel te nemen

2. Luisteren:

Informatie opnemen via de oren helpt om alle beter tot je te laten doordringen.

Een beslisser herken je aan: 'Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk? '

Een beslisser houdt van: Activiteiten met een duidelijke link tussen leren en werken. Gericht kunnen zijn op praktische zaken. Duidelijke praktische voorbeelden. Dingen uitproberen/oefenen onder begeleiding van een expert.

Een beslisser leert het meeste van activiteiten waarbij:

• Er een duidelijk verband is tussen de stof en een probleem/gelegenheid bij het werk/studie

• Er technieken getoond worden om iets te doen waarvan de voordelen in de praktijk duidelijk zijn: hoe je

tijd kunt winnen, hoe je een goede eerste indruk kunt maken, hoe je met vervelende mensen om moet

omgaan etc.

• Je de kans krijgt technieken te proberen/beoefenen onder toezicht van een geloofwaardig expert:iemand

die succes heeft en zelf de technieken kan toepassen

• Je technieken krijgt aangereikt die van toepassing zijn op je eigen werk/studie

• Je meteen de kans krijgt om de theorie in de praktijk te brengen

• Er tips voor toepassing in de praktijk worden geven.

• De leeractiviteit sterk realistisch is: goede simulatie, echte problemen etc.

• Je je kunt bezighouden met praktische zaken: actie of handelingsplannen met duidelijk eindproduct

1. Lezen:

Lezen is het begin van leren: informatie opnemen via de ogen. Alleen erover lezen is nooit genoeg.

10% van wat wij lezen

20% van wat wij horen

30% van wat wij zien

50% van wat wij zien & horen

70% van waar we over gediscusieerd hebben

80% van wat we persoonlijk hebben ervaren

95% van wat we uitleggen aan andere mensen

3. Bekijken:

Niet een tekst zien, maar het onderwerp zelf zien: een film erover bekijken of op je stage zien hoe het werkt.

4. Discussiëren:

Hoe meer je met elkaar over de stof praat, je mening erover formuleert, luistert naar de mening van anderen, erover discussieert, hoe beter je de stof onthoudt.

Ben je een.... denker?

Ben je een.... doener?

5. Het zelf ervaren:

Iets zelf ervaren ( bijv. stage) helpt je om het nooit meer te vergeten!

6. Uitleggen aan anderen:

Voordat je stof aan iemand anders kan overdragen, moet je eerst zelf de stof goed kennen én begrijpen. Daarnaast moet je ook vragen van de ander kunnen beantwoorden…

Weet jij hoe je

het beste leert?

Een doener herken je aan: 'Wat is er nieuw? Ik ben voor alles in!'

Een doener houdt van: Directe ervaring. Dingen doen. Nieuwe ervaringen. Oplossen van

problemen. In het diepe gegooid worden. Een uitdagende taak.

Een doener leert het meeste van activiteiten waarbij:

• Er nieuwe ervaringen en situaties zijn om van te leren

• Je je kunt verdiepen in korte activiteiten in het hier en nu (b.v. opdrachten, rollenspelen)

• Je in het diepe wordt gegooid met een opdracht die moeilijk te realiseren is: een fikse uitdaging

• Je voor het voetlicht treedt (bv. vergaderingen voorzitten, voordrachten geven, gesprekken leiden)

• Je ideeën kunt spuien zonder rem van beleid, structuur of realiseerbaarheid

• Je te maken hebt met andere mensen: problemen oplossen, onderdeel van het team en ideeën

Een denker herken je aan: 'Hoe is dat met elkaar gerelateerd? '

Een denker houdt van: Gestructureerde situaties/duidelijke doelstellingen. Relatie leggen met kennis die je al hebt, intellectueel uitdagende situaties. Kans vragen te stellen. Basis en logica etc. te achterhalen. Theoretische concepten en modellen.

Een denker leert het meeste van activiteiten waarbij:

• Je in staat wordt gesteld en aangemoedigd om activiteiten te bekijken en overdenken

• Je afstand kunt nemen van zaken: kunt luisteren/observeren (je op de achtergrond houden in de les)

• Je in je eigen tempo een beslissing kunt nemen zonder druk en strakke tijdslimiet

• Je onderzoek kunt doen in de zin van informatie op zoeken en zaken helemaal uitzoeken

• Je zorgvuldig overwogen verslagen kunt schrijven

• Je gedachtewisseling met anderen zonder risico is: na overleg, binnen een structuur