Audio Transcript Auto-generated
- 00:01 - 00:03
Maar als je deze nieuwe woorden leert, dan sla je
- 00:03 - 00:05
niet alleen een worden met hun betekenis op in de
- 00:05 - 00:08
hersenen, maar ook allerlei associaties met die woorden.
- 00:09 - 00:11
Die associaties kunnen te maken met de context waarin de
- 00:11 - 00:12
woorden zijn geleerd.
- 00:13 - 00:14
De context helpt bij het leren.
- 00:16 - 00:18
Een rijtje worden is niet echt een context te noemen.
- 00:19 - 00:19
Denk hier bijvoorbeeld.
- 00:20 - 00:24
Een komt heeft gerelateerde opdrachten waarbij leerde is gesprekjes moeten
- 00:24 - 00:28
voeren alsof zijn in een restaurant zijn of in een
- 00:28 - 00:32
winkel of bijvoorbeeld op school de woorden en die zijn.
- 00:33 - 00:36
Deze gesprekken is leren worden ook geslagen met associaties die
- 00:36 - 00:39
bijvoorbeeld te maken hebben met bestellen van eten of het
- 00:39 - 00:40
vragen van de rekening.
- 00:42 - 00:45
Hierdoor wordt niet alleen de breedte kennis, maar ook de
- 00:45 - 00:46
diepte kennis van de woordenschat vergroot.
- 00:48 - 00:50
We komen is niet alleen meer bonnetjes in een netwerk,
- 00:51 - 00:51
maar ook meer lijnen