weefsels anatomie

Dekweefsels

Epithelen

Eenlagig

Plaveiselepitheel

plaveiselepitheel = mesotheel

Platte cellen = plaatepitheel

Kubisch epitheel

Cellen zijn even hoog als breed

Cilindrisch epitheel

Binnenbekleding van de

darm

galblaas

baarmoeder

Trilhaarepitheel

Hoge cellen met aan een kant cilia (=trilharen)

Tussen de cellen zitten slijmcellen

Meerlagig

Verhoornend plaveiselepitheel

Cellen steeds platter richting oppervlakte

Onderste laag deelt, bovenste laag verhoornend dus gaat dood

niet- verhoornend plaveiselepitheel

Niet- Verhoornend plaveisepitheel

Overgangsepitheel

Lagen bolvormige cellen -> platte cellen

Elastisch

Klierweefsel

Exocriene klieren

afvoerbuis naar buiten

afgifte = externe secretie

buisvormige klier trosvormige klier

Endocriene klieren

interne secretie

transport van hormonen naar bloedbaan

Steunweefsel

vezels

Bestaat uit eiwit collageen

onvertakt

niet rekbaar (dus trekvast)

Bepalen vorm

Bestaan uit eiwit elastine

Zijn lang, vertakt en rekbaar

Bestaat uit collageen

Dunne vertakte trekvaste vezels

Bindweefsel

straf bindweefsel

veel collagene vezels

liggen door elkaar liggen naast elkaar

losmazig bindweefsel

Losmazig bindweefsel

elastisch bindweefsel

Elastisch bindweefsel

vetweefsel

ophangband van de darmen

in het onderhuidse bindweefsel

handpalm/ voetzool (kussentjes)

reticulair bindweefsel

Reticulair bindweefsel

Kraakbeen

hyalien kraakbeen

collagene vezels in het chondrine

Stevigheid, vangt schokken op

elastisch kraakbeen

Elastisch kraakbeen

vezelig kraakbeen

Dicht opeengeplakte collagene vezels

trekvast, drukbestendig

Botweefsel

Bestaat uit regelmatige gerangschikte osteonen (botbuizen)

Matrix is opgebouwd uit klakzouten (calciumfosfaat) en collagene vezels

Harde structuur toch buigzaam

Substantia compacta = compact been

Substantie spongiosa = sponsachtig been

Bloed en lymfe

Tussen stof in bloed = plasma

Erytrocyten = rode bloedcellen

leukocyten = witte bloedcellen

trombocyten = bloedplaatjes

Spierweefsel

dwarsgestreept spierweefsel

gladspierweefsel

hartspierweefsel

Zenuwstelsel

neuronen

gliacellen

Plaveiselepitheel

Hart, bloedvaten, lymfenvaten,

eenlagige longblaasjes

Kubisch epitheel

Nierbuizen + wand van nierbuizen

Cilindrisch epitheel

Hoge cellen

Trilhaar epitheel

Luchtwegen

Eileiders

verhoornend epitheel

Opperhuid

zelfde als wel verhoornend plaveiselepitheel

alleen verhoornen niet dus gaan niet dood

mondholte

vagina

Overgangsepitheel

Blaas

Exocriene klieren

maagsapklieren

talgklieren

Endocriene klieren

Schildklier

bijnieren

Straf bindweefsel

Huid, Hersenvlies pezen, gewrichten

Collagene vezels

Weinig vezels (collageen en elastine

functie vulweefsel

Elastische vezels

Wand van slagaders en rond de longen

Reticulinevezels

Vetweefsel

vetcellen

reticulinevezels en reticulumcellen

Vormt een dicht netwerk

?

Hyalien kraakbeen

Tussen ribben en het borstbeen

Veel elastische vezels in het chondrine

Elastisch

Oorschelp, deel neus

Vezelig kraakbeen

Bot-botverbinding

vb. schaambeenderen