Introducing
Your new presentation assistant.
Refine, enhance, and tailor your content, source relevant images, and edit visuals quicker than ever before.
Trending searches
De leerlingen weten niet waarom ze leren
hierdoor zijn ze minder intrinsiek gemotiveerd.
Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van de docenten.
Er is aandacht voor het leerproces van de leerling. Schoolbreed is er aandacht voor dit leerproces. oa door de clustering van vakken die samen overleggen over hoe ze het beste dat aan kunnen bieden.
De profielen liggen heel vast. De leerling moet de vakken kiezen die in het profiel zitten waardoor de studie keuze wordt beperkt. Er zou veel meer vak overstijgend gewerkt kunnen worden zodat de leerling verbanden leert zien tussen vakken.
Door allerlei trajecten zijn de meeste docenten in staat om op heel veel veel verschillende manieren activerend les te geven. De aandacht ligt nu ook op differentiatie.
De aandacht gaat vaak uit naar de leerling waar het nog niet lukt. Alle talenten benutten heeft nog wel wat aandacht nodig.
Er ontstaan steeds meer projecten waar leren buiten de lessen gebeurt. ( projecten in de schakel week, videoleerbedrijf, profielwerkstukken enz)
De school bied veel ondersteuning om deze docentenrollen te ontwikkelen.
De werkdruk ligt erg hoog. De directie wil op veel gebieden iets extra's bieden.
Ze starten in mei met een verbouwing zodat ieder jaarlaag een eigen olc heeft. Daarnaast wordt het gebouw flexibel ingericht zodat andere vormen van onderwijs mogelijk worden.
De wifi is nog niet ondersteunend genoeg om met je hele klas met een laptop te werken.
Er is nog aandacht nodig voor het ontwikkelen van digitaal les materiaal
Door de tijd die de mentor krijgt zijn de klassen echt een veilige omgeving. In klas 1 en 2 is veel aandacht voor het klassenklimaat.
Vanwege de bezuinigingen zijn de groepen heel groot.
Dit (aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling) staat nog in de kinderschoenen. Hier is nog aandacht voor nodig.
Als kinderen niet het idee hebben dat ze heel hard aan school aan het werken zijn dan leren ze spelenderwijs.
- De leerling heeft het idee dat de toetsen haalbaar en maakbaar zijn. Ze weten wat er van ze verwacht word als ze een toets hebben.
- De leerling van vmbo t 4 heeft wel moeite met de examentaal en de vraagstelling op het examen. Vooral bij de taalgerichte vakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde, economie, biologie en beeldende vakken.
beoogd
Er is veel aandacht voor pedagogische en vakdidactische vernieuwingen.
Om deze doelen te halen worden de docenten goed ondersteund.
uitgevoerd
bereikt
De leerling is niet zo goed op de hoogte waarom ze leren en welke doelen ze willen halen.
Het doel van de les is ze wel duidelijk en dat hangt samen met de professionalisering van de docent
De secties zijn druk bezig om een doorlopende leerlijn te ontwikkelen. Er wordt ook sectie overstijgend overlegd.
In de bovenbouw is er keuze werktijd zodat de leerling zelf op het leerproces kan sturen.
welke richting?
De leerling denkt nog heel erg in vakken en zien de verbanden tussen de vakken niet. Ook het kwt in de bovenbouw wordt meer benut als een gunstige roostervuller ipv een mogelijke verdieping van de leerstof.
1 Het onderwijs moet recht doen aan verschillen tussen
leerlingen.
2 De school maakt mogelijk dat leerlingen hun dagelijkse
schooltijd optimaal benutten.
3 Lessen moeten activerend en afwisselend zijn.
4 De school draagt bij aan een beter functioneren van
leerlingen in een sociale context.
5 De school maakt structureel werk van onderwijs in
vakoverstijgende vaardigheden.
6 De begeleidende rol van docenten moet bewerkstelligen
dat leerlingen meer zicht krijgen op hun
persoonlijke kwaliteiten en functioneren
Wat leren ze?
Het begrip van de school en examen taal in vmbo t 4
kan nog beter.
De secties kunnen kiezen of ze toetsen via een methode of dat ze hun eigen toetsen ontwikkelen. Alle leerlingen krijgen de zelfde toetsen passend bij hun niveau.
In de bovenbouw zijn er PTA´s. Deze PTA zijn school examen cijfers. Er wordt hard gewerkt aan een toets beleid. Toetsen kunnen formatief en summatief zijn.
Leerlingen worden in een doorlopende lijn vanaf leerjaar 1 begeleid naar zelfstandigheid en leren
zelf verantwoordelijk te zijn voor hun leerproces, hun resultaten en hun leefomgeving.
Toetsing
In leerjaar 1 en 2 krijgen alle leerlingen breed vakken pakket. Op het vmbo T kiest de leerling 2 keuze vakken. In leerjaar vier kiest de leerling een sector. Daarin zitten een aantal vaste vakken . Het eindexamen bestaat uit 6 of 7 vakken.
Havo kiest in de derde een profiel. (E&m, C&m, N&t of N&G. In de vierde kiest men het eindexamen pakket uit de mogelijke vakken uit de sector. Het eindexamen bestaat uit 6 of 7 vakken.
Voor VWO geldt bijna het zelfde maar schuift alles een jaar op.
Toetsen zijn een onderdeel van het leerproces; de resultaten van toetsen zijn uitgangspunt voor het verdere leren (doel van toetsing).
Een goed niveau van toetsen veronderstelt een goed doordachte leerlijn (niveau van toetsen).
Toetsing is een onderwijskundig meetinstrument (functie van toetsing).
Toetsen hebben een voorspellende waarde (functie van toetsing).
Toetsen omvatten kennis, inzicht en vaardigheden (inhoud van toetsen).
Toetsen voldoen aan de afgesproken kwaliteitseisen en regelingen (evaluatie van toetsing en processen).
Hoe leren zij?
Er zijn bedrijfjes, projecten en sociale activiteiten in de school, waar leerlingen hun talenten in kunnen zetten.
De leerling vindt dat de meeste docenten de stof op allerlei manieren aanbieden zodat er altijd wel een manier bij zit die bij hen past. Ze hebben het gevoel dat er rekening met ze wordt gehouden
Bij de lesopbouw wordt uitgegaan van het
principe van activerende didactiek: leerlingen krijgen
vanaf de onderbouw een actieve rol in het onderwijsleerproces.
Zo kan het voorkomen dat leerlingen elkaar
de leerstof uitleggen, een rollenspel houden, zelfstandig werken aan opdrachten, werkstukken maken en presenteren, van studiewijzers gebruik maken of met de computer werken.
VISIE
Wanneer leren zij?
De wettelijke onderwijstijd wordt gerealiseerd en zichtbaar door de lessentabel en leertijd minus de niet gerealiseerde lessen.
Er heerst op school een professionele leercultuur.
Er wordt enthousiast gewerkt aan vernieuwingen en de communicatie onderling is goed
Het schooljaar is in vijf perioden verdeeld, die steeds
worden afgesloten met een schakelweek.
In onze schakelweken vinden –naast een aantal
toetsen– tal van bijzondere onderwijsactiviteiten plaats.
Het 50-minutenrooster en het klassensysteem laten
we los en de leerlingen werken op een andere wijze
aan onderwijs.
Docenten zijn vanuit een coachende houding in staat zijn om leerlingen in de les en daarbuiten onderwijs op maat te bieden
De docent weet aan te sluiten bij hun belevingswereld.
De leerling vindt de balans nog wel moeilijk tussen actief en passief in de les.
Ze vinden dat er over het algemeen goede docenten zijn.
De docent
- maakt de leerling eigenaar van zijn eigen leerproces
- draagt kennis, vaardigheden en attitudes over
- leert de leerling plannen, reflecteren en leren
- kan aansluiten bij verschillende leerstijlen van de leerlingen
- borgt door middel van goede toetsen het niveau van het onderwijs
-Aandachtspunt bij differentiatie is ook oog hebben voor de excellente leerling en persoonlijke excellentie
er worden heel veel projecten gedaan waar aandacht is voor leren buiten de school, zoals uitwisselingen en stages en maatschappelijk engagement.
Waar leren zij?
Er wordt in het onderwijsprogramma vormgegeven aan het leren buiten de klas en/ of de school. Medewerkers stimuleren leerlingen om actief te zijn
binnen (en buiten) de school.
De leerling vindt het erg leuk als ze het gevoel hebben dat ze niet te hoeven 'leren'. Al doende leren gaat makkelijk.
De school biedt ruimte aan andere en bredere
vormen van onderwijs dan de klassikale en het binnenschoolse.
Waarmee leren zij?
Er is een diversiteit aan mogelijkheden in hoe, waar, wanneer en met wie je leert.
Het leren wordt waar mogelijk digitaal ondersteund om differentiatie te bevorderen
Alle lokalen zijn voor zien van een smartboard. De secties kunnen kiezen of ze met een methode willen werken of eigen les materiaal willen ontwikkelen
Inzetten van instrumenten en methodieken in om de onderwijsbehoefte van leerlingen in beeld te krijgen en om een passend onderwijsprogramma te formuleren
Het gebouw, de voorzieningen en de ICT-faciliteiten zijn toekomstgericht
en ondersteunen en faciliteren het onderwijs.
Met wie leren zij?
De meeste leerlingen zijn tevreden over de lesstof. De leerlingen hebben wel meer behoefte aan werkruimte.
De basis is de klas. In de lessen werkt men in groepen of individueel. Tijdens schakelweken zijn er projecten waarin het klasse verband wordt losgelaten.
In de onderbouw zit er ondanks de gerichte niveau's heel veel verschillen in wat kinderen kunnen. Het is lastig om met al deze niveau verschillen goed te kunnen differentiëren.
Visie Waartoe leren zij?
Doelen Waarheen leren zij?
Inhoud Wat leren zij?
Leeractiviteiten Hoe leren zij?
Rol leraar Hoe is rol van leraar bij hun leren?
Materialen en bronnen Waarmee leren zij?
Groeperingsvorm Met wie leren zij?
Locatie Waar leren zij?
Tijd Wanneer leren zij?
Toetsing Hoe wordt hun leren getoetst?